Wetsvoorstel afschaffen verplichte maatschappelijke stage

Reactie

Vraag1

Scholen, gemeenten en maatschappelijk middenveld hebben maatschappelijke stage - dat nu pas een jaar wettelijk verplicht onderdeel uitmaakt van het lesprogramma in het voortgezet onderwijs - met aanzienlijke inspanning mogelijk gemaakt. Het blijkt een succes bij de leerlingen én het lijkt vooralsnog een goede investering in de toekomst van de civil society. Met eventuele afschaffing van de verplichte variant miskent de overheid als initiator niet alleen de inspanningen van alle betrokkenen, maar desinvesteert ze ook nog eens in jeugd en maatschappij. Zeker nu de overheid zich op vele terreinen terugtrekt en meer overlaat aan burgers zelf, is het noodzakelijk dat jongeren in/met burgerschap worden opgevoed.

In hun maatschappelijke stage maken leerlingen kennis met allerlei facetten van de maatschappij. Ze kijken buiten de eigen leefwereld en ervaren hoe het is om je belangeloos in te zetten voor een ander of voor je omgeving. De financiële maar vooral maatschappelijke investeringen in maatschappelijke stage zijn groot en er is gepionierd om van dit nieuwe fenomeen een succes te maken. Vrijwilligersorganisaties hebben hun deuren belangeloos open gezet en bieden jongeren een bredere blik op de wereld. Scholen hebben hun lesprogramma’s aangepast, personeel geworven en hun vensters op de maatschappij gericht. Gemeenten hebben de ondersteuning geregeld. Vrijwilligerscentrales en andere stagemakelaars hebben keihard gewerkt om partijen samen te brengen. Inmiddels zijn er zijn vruchtbare samenwerkingsstructuren ontstaan binnen gemeenten, tussen scholen en vrijwilligersorganisaties en (soms ook) bedrijven in alle sectoren. Evaluatie van de pilotprojecten wees uit dat zeventig procent van de leerlingen heel enthousiast is over de opgedane ervaringen en dat twintig procent ook na de stageperiode actief blijft bij de organisatie. Dat klinkt als een begin van succesverhaal.

Een ander negatief effect is dat de functie van maatschappelijk makelaar uitgekleed wordt. Deze functie is onderdeel van de lokale infrastructuur voor ondersteuning en deskundigheidsbevordering voor het brede vrijwilligerswerk. Zie hiervoor ook het convenant dat OCW, VWS en VNG in 2007 hebben gesloten.

Bijlage