Nederlandse deelname aan H2Global

Reactie

Naam Energie-Nederland (IJmert IJ Muilwijk)
Plaats Den Haag
Datum 23 januari 2024

Vraag1

In welke sector is uw bedrijf met name actief: energie, industrie, mobiliteit, overig (graag toelichting)?
Energie-Nederland is de branchevereniging voor alle partijen die stroom, gas en warmte produceren, leveren en verhandelen. Waterstof zal ook een grote rol gaan spelen bij onze 80 leden die actief zijn zowel hernieuwbare’ als niet hernieuwbare energie.

Vraag2

Bent u voornemens deel te nemen aan de H2Global-veiling voor de verkoop of aankoop van hernieuwbare waterstof(dragers)
o Verkoop
o Aankoop
o Geen van beiden
o Nog niet besloten, maar wel interesse
Geen van beiden

Vraag3

In hoeverre sluit het bedrag dat beschikbaar wordt gesteld voor de aankoopcontracten (€600 miljoen) volgens u aan bij de financieringsbehoefte van producenten van hernieuwbare waterstof in de Europese Unie of in derde landen?
In een brief van begin 2023 aan het ministerie van EZK heeft Energie-Nederland de onrendabele top van de Europese REDIII RFNBO-doelen in 2030 op meer dan 20 miljard becijferd (>1,5 miljard per jaar). En ondanks eerdere berichten laat een recente CE Delft studie zien dat hernieuwbare waterstofproductie op korte termijn niet significant goedkoper zal zijn in andere delen van de wereld1. In dat licht verwachten wij niet dat het budget van €600 mln. tot meer dan tientallen megawatts aan nieuwe productiecapaciteit in andere landen zal leiden. Het zal op zichzelf niet voldoende zijn om de randvoorwaardelijke import-infrastructuur in Nederland te realiseren. Om vollooprisico’s van bijvoorbeeld een import-terminal weg te nemen is namelijk een significant startvolume nodig. Toch zijn we positief over H2Global. De voorgestelde systematiek kan wel degelijk helpen in de financieringsbehoefte van een specifieke groep projecten. Op basis van eerste resultaten zal de tender-systematiek door de tijd heen geoptimaliseerd moeten worden.

Energie-Nederland ziet wel mogelijkheden om met het beschikbare budget meer aanbod te stimuleren: Het aankoopbedrag wordt nu 1-op-1 gekoppeld aan de beschikbare subsidie. Terwijl met de beschikbare subsidie alleen het prijsverschil?tussen aankoop en verkoop gedekt hoeft te worden. Uitgangspunt zou moeten zijn om zoveel mogelijk aanbod te contracteren met het beschikbare budget, zonder de kans te lopen om uit het budget te lopen. Energie-Nederland stelt voor de inkoop minus de verwachte verkoopprijs als uitgangspunt te nemen voor het te contracteren volume. Hierbij kan voor de verkoop de langjarige prijs voor grijze waterstof als uitgangspunt genomen (eventueel nog min een afslag om helemaal zeker te zijn dat niet uit het budget gelopen kan worden). Bij uitblijvende vraag naar RFNBO’s/ geen willingnes to pay, kan de hernieuwbare waterstof in ieder geval als grijze waterstof worden verkocht. Een alternatief is dat de inkomsten gebruikt worden om meer waterstof te subsidiëren/ contracteren.

Vraag4

Bent u het ermee eens dat mondiale openstelling van de tender, waarbij gebruik wordt gemaakt van een vector-neutrale veiling en aanlevering van gasvormige waterstof wordt verplicht, het beste past bij de huidige status van de internationale waterstofmarkt en de geschetste beleidsdoelstellingen?
Energie-Nederland onderschrijft het principe van een vector-neutrale veiling van waterstof. Hierdoor wordt het aanbod zo breed mogelijk en wordt waterstof idealiter tegen concurrerende prijzen aangeboden. Producenten krijgen ook de mogelijkheid zelf te bepalen wat voor hen de meest kostenefficiënte waterstoftransport methode is. Wel is belangrijk om beseffen dat import en uiteindelijke levering in de vorm van een waterstofdrager (i.e. ammoniak) de grondslag van de RFNBO-verplichting actief erodeert als deze niet via de backbone afgeleverd wordt, maar direct als waterstofdrager. Immers, de REDIII is alleen van toepassing op direct waterstofgebruik in de industrie. Als via H2Global direct ammoniak geleverd wordt, vermindert dit actief de vraag naar RFNBO’s in Nederland. We staan er dan ook achter dat de waterstof in gasvorm via de backbone moet worden geleverd. Als in de eerste jaren de backbone en kraakfaciliteiten nog niet beschikbaar zijn moet een terugvaloptie geaccepteerd worden, zoals bijvoorbeeld gasvormige waterstof via tubetrailers vervoeren.

Vraag5

Welke terugvalopties voor deze aanpak zijn er naar uw idee indien de importinfrastructuur, met name conversiefaciliteiten voor waterstofdragers die (overzees) transport van waterstof mogelijk moeten maken, nog niet gereed is wanneer de eerste volumes moeten aanlanden (2027)?
Nederlandse ontwikkelaars ondervinden in de praktijk al grote onzekerheden rondom de opleveringsdata van het nationale waterstofnetwerk. Terecht wordt dit ook als onzekerheid voor H2Global gezien. Dit benadrukt de noodzaak dat Gasunie verder gaat met de bouw van het netwerk zonder al te vergaande commitments aan marktpartijen te vragen. Definitief commitment kan pas worden verleend nádat de subsidies zijn verdeeld en er positieve investeringsbeslissingen zijn genomen. Wij zien geen gelijkwaardig alternatief voor het geval het landelijk netwerk en conversiefaciliteiten niet op tijd gereed zijn, maar er zijn wel enkele (beperkte) opties: ammoniak en methanol kan mogelijk direct ingezet worden als brandstof in de scheepsvaart. Ook kan eventueel decentraal gekraakt worden door partijen die niet geografisch/strategisch nabij een importgebied of backbone liggen.

Vraag6

In hoeverre zijn afnamecontracten met een looptijd van 1 jaar voor u als (toekomstige) eindafnemer interessant om mee te doen aan de veiling van verkoopcontracten onder H2Global?
Vanuit Energie-Nederland zien we dat het niet alleen de vraag is hoe lang de looptijd van afnamecontracten voor eindafnemers moeten zijn (i.e. 1 jaar), maar dat er vooral behoefte is aan duidelijkheid over de (verplichte) vraag. Door een eventuele toepassing van de recital in de REDIII zal mogelijk een deel van de kunstmestproductie vrijgesteld worden van RFNBO-doelen. Tevens kan import van waterstofdragers tot erosie van de grondslag onder de RED-III leiden. Ook zien we dat de 42% RFNBO doelstellingen voor nieuwe toetreders op de waterstofmarkt een hoge drempel zijn. Er zijn geen eenvoudige antwoorden in hoe de vraag naar waterstof zeker te stellen zonder de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven uit te hollen en/of een te hoge vraag naar subsidiering van de onrendabele top te krijgen. Energie-Nederland zal zich in 2024 actief inzetten voor antwoorden op deze vragen. Vooralsnog is het voor het H2Global project van belang om in te zien dat dit vraagstuk zeker zo groot zal zijn als de exacte looptijd van contracten.

Er zullen afnemers zijn die voor een langere periode dan 1 jaar een waterstofcontract willen afsluiten. Zeker industriële partijen met een constant gebruik van waterstof in hun proces – en die niet vrij en makkelijk kunnen switchen tussen waterstof en aardgas als brandstof,– zullen een meer lange termijn contract willen om zodoende de zekerheid te hebben dat de vraag naar waterstof over meerdere jaren gedekt is. Aangezien dit de exposure van H2Global ook verminderd lijkt dat ook prima.

Vraag7

Hoe zouden de afnamecontracten volgens u gestructureerd kunnen worden? Hierbij kunt u denken aan bijvoorbeeld contractduur, contractvolume, leveringsfrequentie en timing (tijd tussen veiling, levering en betaling).
Zie vraag 6

Vraag8

Heeft u op- of aanmerkingen over de inzet van publieke middelen met als specifiek doel om de opschaling van de waterstofimport te stimuleren, ten behoeve van de decarbonisatie van het Nederlandse energiesysteem en de Nederlandse industrie?
Inzet van publieke middelen is cruciaal in het stimuleren van de waterstofketen. Ook waterstofimport zal in het begin gestimuleerd moeten worden.

Vraag9

Heeft u op- of aanmerkingen over de doelstellingen van de Nederlandse deelname aan H2Global om, op basis van het bestaande onzekerheden over ontwikkelingen in de kostprijs van geïmporteerde hernieuwbare waterstof, investeringen in de importketen te stimuleren door het verschil tussen aanbod en vraagprijs te subsidiëren?
Energie-Nederland ziet waterstof als cruciaal in de het toekomstige energiesysteem. De doelstellingen van de Nederlandse deelname aan H2Global passen goed in het verder brengen van de waterstofketen.

Vraag11

Verwacht u, als logistiek bedrijf, de import van waterstof(dragers) te faciliteren?
n.v.t.

Vraag12

Welke impact verwacht u dat H2Global zal hebben op uw business case als (toekomstig) gebruiker van hernieuwbare waterstof?
n.v.t.

Vraag15

De doelmatigheid van de tender zal onder andere worden geëvalueerd op basis van de vermeden broeikasgasemissies. Deze reductie zal worden ingeschat op basis van een massabalanssysteem in overeenstemming met Artikel 30 van de Renewable Energy Directive II en de Uitvoeringsverordening 2022/996 van 14 juni 2022 (artikel 19). Heeft u op- of aanmerkingen over deze aanpak?
De doelmatigheid van de tender zal onder andere worden geëvalueerd op basis van de vermeden broeikasgasemissies. Bij het van de grond krijgen van een nieuwe keten moet niet alleen naar de korte termijn €/ton CO2 besparing gekeken worden. Net als bij wind op zee zal (hernieuwbare) waterstof door een snelle leercurve heen moeten. Als waterstof te snel en te streng op kosteneffectiviteit wordt beoordeeld bestaat de kans dat het kind met het badwater wordt weggegooid. Meer softe criteria als het aantal (nieuwe) handelspartners en overeenkomsten met kwetsbare delen van de wereld moeten meegewogen worden in de doelmatigheid.

Vraag18

Welk aanvullend beleid of welke randvoorwaarden zou de Rijksoverheid eventueel verder moeten ontwikkelen om van de Nederlandse deelname aan H2Global een succes te maken?
H2Global kan alleen een succes worden als de waterstofmarkt als geheel van de grond komt. Dit betekent dat hernieuwbare waterstof ook via productiesubsidies (OWE) tegen een acceptabele prijs beschikbaar moet komen. Daarnaast moet via een goede implementatie van een jaarverplichting een HWI markt tot stand komen. Om importketens tot stand te brengen zal een aanvullend (CAPEX) instrumentarium ontwikkeld moeten worden om de bouw van importterminals en opschaling van kraakcapaciteit (zowel centraal als decentraal) voor ammoniak of methanol te realiseren. Daarnaast is het essentieel dat gebalanceerde regels zijn opgesteld voor de toegang van derden tot de terminals en om innovatie te bevorderen. Tot slot is een tijdige realisatie van de backbone van groot belang.

Vraag19

Aan welke verdere informatie inzake het H2Global mechanisme, en in het bijzonder de Nederlandse deelname daaraan, heeft u behoefte?
Welke eisen worden gesteld aan een leverancier van waterstof(derivaten): e.g. kredietwaardigheid, relevante ervaring, referenties etc.

Welke borgstellingen (margin calls) gaan gesteld worden aan leveranciers.

Wat is het precieze stappenschema voor (pre-)selectie

Welke precieze eisen gaan gesteld worden als duurzaamheidscriteria (i.e. hoe verhoudt het zicht tot de Europese gedelegeerde handelingen)

Nederland en Duitsland brengen beide 300 mln. in. Welke impact heeft dit op de uitvoering?

Wat voor type contract wordt afgesloten: take or pay of iets anders specificaties

Wat is het precieze punt van transfer ‘title and risk’ van de waterstof(drager): in de terminal, op de flens van de backbone etc.

Moet ieder jaar x kg waterstof(derivaten) geleverd worden, of mag dit per jaar verschillen

Wanneer wordt het leveringsschema opgesteld en in welke mate bestaat er flexibiliteit om daarvan af te wijken in geval van onvoorziene omstandigheden

Moet levering van waterstof(derivaten) fysiek geschieden, of is een swap (tijdelijk) ook toegestaan (hetgeen relevant kan zijn als de infrastructuur nog niet aanwezig is).

Vraag20

Algemene observaties die u wilt delen met betrekking tot de voorgenomen inrichting van de tender onder H2 Global
Energie-Nederland is positief over de Nederlandse deelname aan H2Global. De samenwerking met Duitsland en andere landen is van groot belang bij het ontwikkelen van de wereldwijde waterstofmarkt. Wij onderschrijven het belang van het positioneren van Nederland als import-hub voor waterstof. Ook helpen deze volumes bij het ontwikkelen van het landelijke waterstofnetwerk.

Bijlage