Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren
Reactie
Naam | Van Meer Juridische Zaken & Advocatuur (mr. A.J.M. van Meer) |
---|---|
Plaats | Nieuwerkerk aan den IJssel |
Datum | 8 maart 2018 |
Vraag1
Worden er nog wijzigingen van wetten gemist?Graag uw bijzondere aandacht voor de uitleg bij artikel 2, onderdeel i, van de Ambtenarenwet 2017 in het algemeen deel van de MvT (p. 4-5):
wanneer is openbaar gezag de kernactiviteit van een privaatrechtelijke rechtspersoon. Dat is van belang om te bepalen of een privaatrechtelijke rechtspersoon onder de Ambtenarenwet 2017 valt en dus overheidswerkgever wordt. In de memorie van toelichting wordt voorgesteld om aansluiting te zoeken bij artikel 37 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Als dat artikel van toepassing is, dan wordt de rechtspersoon overheidswerkgever. Daarnaast wordt een rechtspersoon overheidswerkgever als deze uitsluitend wettelijke taken (op centraal of decentraal niveau) uitoefent die openbaar gezag inhouden maar waarop artikel 37 Kaderwet zelfstandige bestuursorganen formeel niet van toepassing is.
Kunt u uit de voeten met deze uitleg? Acht u deze uitleg voldoende uitgewerkt? Wat betekent dit in de praktijk voor uw organisatie?
Ik lees de MvT uitgebreider: namelijk ook de privaatrechtelijke zbo's die naast wettelijke taken / openbaar gezag niet wettelijke taken uitvoeren en aan die laatste zelfs hun bestaansrecht ontlenen, maar waarop ingevolge de instellingswet toch artikel 37 Kaderwet zbo van toepassing is verklaard omdat de niet wettelijke taken geen bedreiging mogen vormen voor de wettelijke taken / openbaar gezag. Als ik het zo goed lees kan ik ermee uit de voeten en is deze voor mij voldoende uitgewerkt.