Wijzigingsbesluit vrijstelling Nt2 en omkeerregeling

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 6 september 2020

Vraag1

Zijn de drie eisen om te kunnen bepalen of iemand in aanmerking komt voor de nieuwe vrijstelling Nederlandse taal, omkeerregeling of (reeds bestaande) examentijdverlenging voldoende duidelijk voor scholen?

Met de invoering van de wet op de referentieniveaus is een norm gesteld voor de beheersing Nederlandse taal in het mbo. Een diploma of een mbo-niveau geeft tegelijk een indicatie voor beheersing Nederlands. Deze omkeerregeling en nieuwe vrijstelling Nederlandse taal is bedacht om de beheersing Nederlandse taal niet bepalend te laten zijn voor een mbo-diploma. De regeling is echter voor een specifieke doelgroep. Studenten die buiten deze doelgroep vallen blijven risico lopen om niet te kunnen diplomeren op basis van Nederlandse taal. Dat is niet wenselijk en werkt ongelijkheid in de hand. Stel de norm bij i.p.v. een uitzonderingsregel voor een specifieke doelgroep, bijvoorbeeld door alle studenten te beoordelen op ERK-niveaus. Het grootste verschil tussen ERK en referentiekader Nederlands is de specifieke beoordeling op taalverzorging, B1/B2 is daarom niet gelijk aan 2F/3F.

Ik lees in de regeling vier i.p.v drie eisen
a. die de Nederlandse taal onvoldoende beheerst,
b. voor wie de Nederlandse taal niet diens moedertaal is,
c. die bij aanvang van zijn beroepsopleiding korter dan zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd, en
d. het staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma I of II heeft afgelegd, met dien verstande dat een student middenkader- of specialistenopleiding uitsluitend vrijstelling kan verkrijgen indien hij van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, het programma II heeft afgelegd, tenzij hij gebruik maakt van de omkeerregeling

A is moeilijk vast te stellen. Bovendien: deze regeling is gebouwd op het uitgangspunt dat B1/B2 vergelijkbaar zijn met 2F/3F. In die redenering kan er geen sprake zijn van onvoldoende beheersing Nederlandse taal.
B kent ook een vaag gebied bijvoorbeeld tweetalige opvoeding.
C is moeilijk vast te stellen. Bovendien onduidelijk waarom het aantal jaren genoten onderwijs een harde grens kent, dat geeft geen garantie voor het beheersingsniveau.

Vraag2

Kunt u zich vinden in het voorstel dat er minimaal een vijf gehaald moet worden voor het keuzedeel Duits, wanneer door studenten gebruik gemaakt wordt van de omkeerregeling met Duits?
Een zes lijkt passender als uitdrukking voor voldoende beheersing.