Modernisering Onderwijstijd VO

Reactie

Naam P Diederen
Plaats Roermond
Datum 10 februari 2014

Vraag1

Geeft dit wetsvoorstel u, als schoolleider of docent, voldoende ruimte voor maatwerk voor al uw leerlingen?
Als leraar vind ik het erg belangrijk dat de school voldoende onderwijstijd plant en dat die onderwijstijd goed verdeeld is over het jaar. Ik wil mijn leerstof rustig kunnen overbrengen. Dat doe ik graag en daar ben ik goed in.

Door de lange vakanties en de weken waarin geen lessen worden gegeven is het schooljaar, de tijd waarin ik mijn kennis kan overdragen gecomprimeerd. Dat maakt mijn werk erg zwaar. Het zou fijn zijn als de werkzaamheden beter over het jaar gespreid zouden worden. Als ik slechts 6 weken vakantie zou hebben dan zou mijn lestaak teruggebracht kunnen worden tot 22,5 lessen van 50 minuten per week en dan produceer ik evenveel onderwijs als nu. Nu geef ik 26 lessen in de week gedurende hooguit 38 weken en produceer minder onderwijs.

Het werk voor de klas is zwaar, daarom is er alle reden om het schooljaar te decomprimeren. Meer weken les met minder lessen per week in plaats van minder weken les met meer lessen per week! Daar moeten we naar toe.

Vraag4

Heeft u, als ouder of leerling, voldoende het gevoel te weten waar u aan toe bent voor wat betreft onderwijsdagen en onderwijsvrije dagen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Ik vind het erg jammer dat mijn kinderen niet een snipperdag kunnen opnemen.

Als ik als ouder mijn kinderen een snipperdag moet geven vanwege de organisatie in mijn gezin, dan moet dat kunnen.De leerplichtambtenaar moet dan ook oog hebben voor de resultaten van de kinderen. Kinderen die het goed doen op school, daar kan een ander regime voor gelden dan voor kinderen die slecht presteren, als het gaat om sanctionering door de leerplichtambtenaar.

Ik vraag me ook af of de aanbeveling van Cornielje uit 2008 die gaat over de controle op de naleving door scholen van de norm voor onderwijstijd voldoende uitgangspunt is voor de nieuwe wet. Cornielje stelde expliciet dat scholen gecontroleerd moeten worden op onderwijstijd, omdat zij anders de neiging hebben te weinig onderwijstijd aan te bieden.

Tenslotte vraag ik me als ouder af of de belangen van leerlingen en ouders voldoende doordringen aan de vergadertafels van de onderwijsbestuurders. Het zijn toch vooral de onderwijsbonden die een vuist kunnen maken aan de onderhandelingstafel. Het ontbreekt aan een krachtige onderwijs-consumenten-organsatie.