Openbaarmaking van gegevens over de naleving en uitvoering van regelgeving

Reactie

Naam CBL (Ing. A.C. Vlaardingerbroek)
Plaats Leidschendam
Datum 26 november 2012

Vraag1

Dit wetsontwerp heeft tot doel de transparantie over het handelen van de overheid en de naleving van de wet- en regelgeving te verbeteren door openbaarmaking van aan te wijzen informatie over het toezicht op de naleving en de uitvoering van regelgeving. Het kan daarbij gaan om gegevens uit het toezichtgebied van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de Inspectie Jeugdzorg (IJZ). Die toezichtgebieden hebben betrekking op de voedsel- en productveiligheid, diergezondheid en dierenwelzijn, plantgezondheid, alsmede op de gezondheidszorg en de jeugdzorg. De gegevens zullen herleidbaar zijn tot ondernemers, ondernemingen, beroepsbeoefenaren in de individuele gezondheidszorg en (jeugd)zorginstellingen.

Ziet u mogelijkheden de transparantie (met name over de manier waarop de overheid op de hier bedoelde gebieden het toezicht uitoefent) en het nalevingsniveau van wet- en regelgeving op een andere, effectievere manier te bevorderen dan in het wetsontwerp is opgenomen?
Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om het ontwerp te verbeteren.
Het wetsvoorstel heeft als doel om transparantie te bieden aan partijen (inclusief) de consument en het bevorderen van de naleving van de regelgeving. Supermarktorganisaties en foodservicebedrijven zijn voorstander van transparantie en willen dat in gevallen dat de voedselveiligheid in het geding is en de consument geïnformeerd moet worden, zoveel mogelijk gegevens openbaar worden gemaakt. Als de overheid beoogt dat met openbaarmaking met naam en toenaam het nalevingsniveau omhoog moet gaan, dan is de intentie van het wetsvoorstel om name and shame(schandpaal ) toe te passen. Openbaarmaking wordt daarmee bedoeld een punitief karakter te hebben, ongeacht de schriftelijke verklaarde intentie in de memorie van toelichting dat dit niet zo bedoeld is. Supermarktorganisaties en foodservicebedrijven maken hier ernstig bezwaar tegen, temeer daar andere toezichtshouders heel anders met openbaarmaking omgaan.

De NVWA controleert steekproefsgewijs en risicogericht. Dit is op zich een prima methode waar supermarktorganisaties en foodservicebedrijven achter staan. Deze werkwijze leent zich echter niet voor openbaarmaking omdat de schijn wordt gewekt dat alle bedrijven en alle locaties op alle aspecten worden gecontroleerd. Het openbaar maken van controlegegevens van alleen een aantal bedrijven veroorzaakt rechtsongelijkheid. Met openbaarmaking van risicogerichte steekproefcontroles (gekoppeld aan bedrijfsnamen) waaruit blijkt dat de voedselveiligheid niet direct in gevaar is, gooit de NVWA haar zorgvuldig opgebouwde autoriteit te grabbel. De gegevens die openbaar worden gemaakt bieden de consument geen handelingsperspectief en laten alleen zien dat de NVWA controleert en op welke wijze de NVWA de controles uitvoert. Het aantoonbaar maken van de werkwijze van de NVWA en de bevindingen die dit oplevert kan op een andere manier. Hierbij kan gedacht worden aan het genereren van rapporten op geaggregeerd niveau per type bedrijven en de uitgeschreven boetes. Hiermee kan op een andere en betere manier een goed beeld worden gegeven van de betreffende branche en of deze aan de regels voldoet. Zo wordt ook onrust bij de consument voorkomen.

Vraag2

In het nieuwe artikel 44, derde lid van de Gezondheidswet en het nieuwe artikel 48a, derde lid van de Wet op de jeugdzorg, is aangegeven welke informatie kan worden aangewezen om bekend te worden gemaakt.

Mist u in de opsomming nog informatie waarvan de openbaarmaking kan leiden tot bevordering van de transparantie en van de naleving van wet- en regelgeving?
De opsomming van informatie gegeven in de artikelen is te eenzijdig. Het gaat hier om de gegevens die de NVWA heeft verzameld en wat haar oordeel is. Echter, het is een momentopname en het betreffende bedrijf kan in de tussentijd al maatregelen getroffen hebben om de afwijkingen op te heffen of te herstellen (denk aan instructies personeel, vervangen apparatuur etc.). Het moment van openbaarmaking ligt ook te ver van het controlemoment af. Er is zo geen handelingsperspectief voor de consument en deze kan mogelijk op het verkeerde been worden gezet door de verouderde gegevens. Als het al noodzakelijk is om de consument te informeren en tot openbaarmaking wordt overgegaan, moet het volgende vermeld worden: de constatering, de reactie van het betreffende bedrijf en de maatregelen tot opheffing en/of voorkoming in de toekomst. Als al het voorgaande in een bepaalde periode is uitgevoerd en compleet is kan pas overgaan worden tot het toekennen van een kleurcode en eventuele openbaarmaking van gegevens.

Vraag3

In het nieuwe artikel 44, vijfde lid en zesde lid, van de Gezondheidswet en het nieuwe artikel 48a, vijfde lid van de Wet op de jeugdzorg, is aangegeven welke informatie niet openbaar gemaakt mag worden.

Is voldoende duidelijk welke informatie niet openbaar gemaakt mag worden?
Zo ja, is er nog andere informatie die ook niet openbaar gemaakt zou moeten kunnen worden? Is er informatie die naar uw oordeel ten onrechte niet openbaar gemaakt mag worden? Welke argumenten heeft u daar eventueel voor?
Indien er een beroep of bezwaar openstaat kan er nog niet openbaar gemaakt worden. Als dit toch gebeurt dan kunnen er onterechte verkeerde conclusies getrokken worden door het publiek en worden bedrijven onevenredig in hun belangen geschaad. Openbaarmaking in een dergelijk vroeg stadium is in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur ondanks dat het volgens de opstellers van dit voorstel niet om criminal charge zou gaan.

Vraag4

De informatie zal via internet bekend worden gemaakt en gedurende een bij algemene maatregel vast te stellen termijn raadpleegbaar blijven.

Denkt u dat internet een goed medium is om de informatie bekend te maken of denkt u dat andere media daarvoor (in bepaalde situaties) geschikter zijn?
Aan welke situaties denkt u dan?

Zijn er punten waarmee in dit wetsontwerp voor de vaststelling van de termijn al rekening moet worden gehouden?
Internet is een goed medium om generieke en geaggregeerde sectorgegevens van de NVWA openbaar te maken. Wel zijn wij van mening dat dit alleen gedaan kan worden door de instanties die hiervoor bevoegd zijn en deze controles hebben uitgevoerd. Indien derden van door de overheid openbaar gemaakte informatie misbruik maken of verkeerde conclusie trekken is het aan de bevoegde autoriteit, de publiceerde om de juiste context weer te geven. Indien informatie achterhaald is, dient deze direct verwijderd te worden van internet.

Vraag5

De te openbaren informatie heeft betrekking op het toezichtsgebied van de NVWA, de IGZ en de Inspectie jeugdzorg.

Is er in het wetsontwerp voldoende rekening gehouden met de verschillen in toezichtsgebied van de verschillende toezichthouders?
De wijze van openbaar maken moet afhangen van de ernst van de overtreding en de directe gevolgen hiervoor, onder ander voor voedselveiligheid. Het wetsontwerp houdt dus geen rekening met de verschillen in toezichtsgebied van de verschillende toezichthouders. Binnen de NVWA zijn er veel verschillende toezichtsgebieden en is er te weinig capaciteit om alle bedrijven binnen deze toezichtgebieden 100% te kunnen controleren. Laat staan dat de NVWA waarschijnlijk weer heel anders werkt dan andere toezichthouders en niet te vergeten dat supermarktorganisaties en foodservicebedrijven ook met andere toezichthouders te maken hebben die niet overgaan tot openbaarmaking van controlegegevens.

Vraag6

In het wetsontwerp staat dat degene op wie de informatie betrekking heeft, tenminste drie weken voor de openbaarmaking daarvan op de hoogte moet zijn. In gevallen waarin het van belang is het publiek op kortere termijn te informeren, kan die termijn van drie weken buiten toepassing blijven. Die gevallen zijn vermeld in het nieuwe artikel 44a, derde lid van de Gezondheidswet en het nieuwe artikel 48b, derde lid van de Wet op de jeugdzorg.

Mist u in de beide artikelen nog gevallen waarbij de termijn van drie weken buiten beschouwing moet blijven omdat het belangrijk is dat het publiek zo snel mogelijk wordt geïnformeerd?
Voor volksgezondheid en voedselveiligheid is er een Europese verordening, de General Food Law (EU 178/2002), die in gevallen waar de consument direct gewaarschuwd moet worden voorschrijft dat dit snel moet gebeuren. Supermarktorganisaties en foodservicebedrijven hebben hiervoor adequate recall procedures. De praktijk heeft uitgewezen dat supermarkten en foodservicebedrijven sneller het publiek informeren dan de NVWA dit doet. Wij missen geen andere gevallen die buiten beschouwing moeten blijven.

Vraag7

Zijn er verder nog punten in het ontwerp wetsvoorstel die naar uw mening aandacht behoeven of die het voorstel kunnen versterken?

Zie bijgevoegde standpunten in één PDF:
CBL reactie op wijziging gezondheidswet, 30 maart 2012
Brief VNO-NCW MKB Nederland aan de bewindslieden, mei 2012

Bijlage