Wet nationaal opkoopverbod
Consultatie gesloten Huisvesting
In het kort
De ernst van de huidige wooncrisis, de noodzaak om de prijs opdrijvende instroom van vermogen aan banden te leggen en de nadelen van de huidige Wet opkoopbescherming en tijdelijke verhuur zijn reden om dit voorstel voor een Wet nationaal opkoopverbod in te dienen. De kern van dit wetsvoorstel is dat de Nederlandse woonsector wordt gedefinancialiseerd. De wet garandeert dat woningen niet langer ongereguleerd kunnen worden omgevormd tot huurwoning. Hiermee garanderen we de originele functie van woningen: gebruik voor bewoning.
Het belangrijkste doel van dit wetsvoorstel is om de opdrijving van zowel de huur- als de verkoopprijzen in ieder geval tijdelijk te stoppen. Groepen die vooral van dit wetsvoorstel zullen profiteren zijn de mensen die op dit moment op zoek zijn naar een betaalbare huurwoning en koopstarters. Met dit voorstel wordt het namelijk eenvoudiger voor starters om een betaalbare koopwoning te vinden. De doorstroom die dit veroorzaakt verlicht vervolgens de druk op private huursector waardoor ook mensen die een betaalbare huurwoning zoeken sneller een geschikte woning zullen vinden.
Reikwijdte van de wet
De Wet nationaal opkoopverbod verbiedt alle woningeigenaren om hun woning in de verhuur te brengen zonder dat zij daarvoor een ontheffing hebben gekregen van hun gemeente. Het verbod geldt voor alle woningen in Nederland die zes maanden voor het inwerkingtreden van de wet in onverhuurde staat zijn. Met deze termijn wordt voorkomen dat beleggers kort voor de inwerkingtreding van de wet nog extra woonruimte opkopen of omvormen tot huurwoning. Zittende huurders die langer dan zes maanden ingeschreven staan, hoeven hun woning niet te verlaten als deze wordt verkocht aan een andere eigenaar.
Alle woningen die op het moment van inwerkingtreden van de wet langer dan zes maanden in verhuurde staat zijn vallen niet onder het verbod en krijgen een ontheffing. Woningen die onlosmakelijk zijn verbonden aan een bedrijfspand, kantoor of winkel zijn uitgezonderd van de wet, evenals woningen die in het bezit zijn van overheden, woningcorporaties en wooncoöperaties.
Ontheffing
Het nieuw in gebruik nemen van een woning voor de verhuur is na invoering van de wet alleen toegestaan als de eigenaar hiervoor een ontheffing heeft gekregen van de betreffende gemeente. Gemeenten stellen deze ontheffingen enkel in gelimiteerde hoeveelheden beschikbaar voor vooraf vastgestelde gebieden. Net als bij de huidige zelfbewoningsplicht mogen gemeenten de ontheffingen niet arbitrair beschikbaar stellen. Gemeenten moeten de noodzaak van eventuele ontheffingen per gebied onderbouwen aan de hand van een woningmarktrapportage. Hierbij moet in ieder geval worden ingegaan op de effecten op de betaalbaarheid van zowel koop- als huurwoningen voor verschillende groepen, zoals koopstarters, en op de effecten op de leefbaarheid in de desbetreffende gebieden. Dit wetsvoorstel draait zo het proces van de huidige zelfbewoningsplicht om. Waar gemeenten momenteel moeten aantonen waarom het nodig is de private opkoop van woningen voor de verhuur aan banden te leggen, zullen zij met dit wetsvoorstel juist moeten aantonen waarom de omvorming van koopwoningen tot huurwoningen nodig is voor de leefbaarheid van de wijk of het garanderen van voldoende betaalbare huisvesting.
Is aangetoond dat de omvorming van woningen tot huurwoningen noodzakelijk is dan mag de gemeente voor het betreffende gebied een gelimiteerd aantal ontheffingen op het verbod beschikbaar stellen. Woningeigenaren kunnen een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor deze beschikbaar gestelde ontheffingen. Alle woningeigenaren in het betreffende gebied moeten een gelijke kans hebben om een ontheffing te verwerven. Dit betekent ook dat gemeenten bij het openstellen van de aanvraag duidelijk moeten aangeven hoe ontheffingen worden verdeeld in geval er te veel aanvragen zijn.
Wordt een ontheffing verleend, dan wordt deze gekoppeld aan de woning. Dit betekent ook dat de woningeigenaar na het verkrijgen van de ontheffing de woning kan verkopen aan geïnteresseerde partijen die de verhuur op zich willen nemen.
Particulieren die een woning bezitten die onder het verbod valt, mogen hun woning in een aantal gevallen wel tijdelijk onderverhuren. Er is een ontheffing mogelijk bij:
- verblijf in het buitenland voor werk of studie, mits de woning minimaal één jaar in het bezit is van de eigenaar;
- maximaal zes maanden verblijf in het buitenland voor sabbatical of vakantie;
- maximaal negen maanden op proef samenwonen;
- maximaal één jaar in detentie.
Gemeenten mogen hier geen eigen algemene ontheffingsgronden aan toevoegen. Dit betekent dat gemeenten bijvoorbeeld niet langer zelf kunnen bepalen dat woningen boven een bepaalde waarde worden uitgezonderd van het verbod.
De wet bevat een hardheidsclausule zodat van de wet kan worden afgeweken bij schrijnende situaties. Zowel de aanvrager van een ontheffing als omwonenden kunnen daarnaast via de reguliere wegen bezwaar maken bij hun gemeente tegen het besluit om wel of niet een ontheffing te verlenen.
Reacties op deze consultatie21 openbaar
-
NVM (Reactie NVM op Wet nationaal opkoopverbod S.D. Ermerins)
Reactie geplaatst op: Utrecht | 8 dec 2022 -
Stichting Federatie Huurders Commerciële Sector (Federatie HCS) ( Janhuib Blans)
Reactie geplaatst op: Amsterdam | 8 dec 2022 -
bezorgde burger ( dré hopmans)
Reactie geplaatst op: utrecht | 8 dec 2022