Passend onderwijs

Reactie

Naam REC Vierland-Noord (directeur O. Kamps)
Plaats Arnhem
Datum 27 februari 2011

Vraag1

Wat is uw reactie op het wetsvoorstel? M.a.w.: Welke inhoudelijke suggestie(s) hebt u om het voorstel te verbeteren?

Geef hierbij a.u.b. aan in welke hoedanigheid u uw reactie geeft (leraar, ouder, schoolleider, leerling, ambulant begeleider etc.)
Geachte minister,

Ik ben directeur van een regionaal expertisecentrum cluster 4.


Ik zie voordelen in de voorgestelde stelselwijziging Passend Onderwijs. Maar ik zie ook een paar ongekend grote problemen.

Ten eerste de manier waarop de overgang van het ene stelsel naar het andere wordt gerealiseerd. Door het snelle tempo waarin alles moet wordt er te weinig tijd besteed aan het goed doordenken van de plannen en de gevolgen daarvan. De transitie wordt onvoldoende ondersteund door beleid. Daardoor zal er veel expertise verloren.
Want de aanname dat het reguliere onderwijs van de 43 % LGF gelden die van de REC"s naar het reguliere onderwijs gaan expertise (Ambulant begeleiders) zullen inzetten klopt niet. Veel van onze AB-ers zijn al ingezakt in de zorgstructuur va het reguliere onderwijs en dat zal doorgaan komend schooljaar. Maar datzelfde reguliere onderwijs geeft nu al aan deze mensen niet aan te nemen in 2012. Veel besturen hebben door de invoering van Lumpsum grote financiële problemen, die eerst opgelost moeten worden. Veel besturen hebben boventalligheid omdat we in een krimpregio zitten. Voor deze mensen moeten eerst worden gezorgd. Veel besturen kunnen absoluut niet overzien wat er op hen af komt en zullen erg voorzichtig zijn (dus niets doen) voorlopig.

Ten tweede het verdwijnen van de plaatsbekostiging voor scholen verbonden aan behandelinstellingen voor GGZ en Jeugdhulpverlening. In deze regio zijn meer dan 300 van deze plaatsen. Met 1 instelling die een half-landelijk voedingsgebied heeft. Moet deze school me 40 samenwerkingsverbanden gaan regelen dat zij geld uit dat samenwerkingsverband krijgen terwijl de school-school verwijzinging slechts het gevolg is van een behandelindicatie in een GGZ instelling. Volgens mi gaat dat niet werken in de praktijk. Andere GGZ instellingen met een meer regionaal karakter hebben op elk bed jaarlijks minimaal 3 verschillende kinderen dan wel jongeren (en de behandelduur blijft afnemen) . Administratief bijna onmogelijk om dat met 10 samenwerkingsverbanden goed te regelen.

De volgende punten staan in de bijlage.

Bijlage