Regeling Bouwbesluit 2012 inzake EPBD III
Reactie
Naam
|
Danfoss B.V. (E.C. Vissenberg)
|
Plaats
|
Rotterdam
|
Datum
|
6 november 2019
|
Vraag1
U kunt reageren op de concept-regeling Bouwbesluit 2012 inzake EPBD III
Beste heer, mevrouw,
In paragraaf 2.3 betreft zelfregulerende apparatuur voor het reguleren van temperatuur, wordt het volgende criterium gegeven aan een situatie waarbij de investering in zelfregulerende apparatuur kostenefficiënt is; “Ook hoeft de zelfregulerende apparatuur niet te worden toegepast als de meerkosten voor het aanbrengen van zelfregulerende apparatuur meer dan 20% zijn van de totale installatiekosten van het verwarmings- of koelingssysteem”
In een aantal andere Europese landen is gekozen voor een ander criterium waarbij meer de nadruk ligt op de terugverdientijd van deze maatregel.
Het plaatsen van zelfregulerende apparatuur (radiatorthermostaten) gaat volgens het nieuwe voorgestelde bouwbesluit gepaard met het waterzijdig inregelen (zoals vereist volgens punt 5 van artikel 3.3a). Deze combinatie resulteert in veel situaties tot aanzienlijke besparing waardoor de investering in
korte tijd is terugverdient. Omdat een van de doelstellingen van ons klimaatakkoord is om de energietransitie zo kostenefficiënt mogelijk realiseren, wil ik u voorstellen een tweede criterium toe te voegen
Wanneer door de besparingen op energiekosten de kosten voor het aanbrengen van zelfregulerende apparatuur
binnen 5 jaar kan worden terugverdient is de toepassing van zelfregulerende apparatuur verplicht.
Hiermee is deze maatregel ook toekomstbestendig i.v.m. de toenemende energiebelasting op aardgas.