Ministeriële regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht

Reactie

Vraag1

Opmerking 1:
In de regeling wordt gesproken van een nieuwbouwproject. Om de regeling te kunnen uitvoeren of te toetsen is een verdere afbakening van de definitie nodig van een bouwproject (zoals in artikel 1, sub. b genoemd wordt). Wij stellen voor om aan te sluiten bij de definities voor bouwen, omgevingsvergunning en project zoals opgenomen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Opmerking 2:
Betreffende de tijdelijke regeling. In artikel 2 sub a wordt genoemd dat "aannemelijk moet zijn dat voor het project de omgevingsvergunningaanvraag of -aanvragen in de periode van 1 juli 2018 tot 1 januari 2019 worden ingediend." Wij stellen voor toe te voegen dat de aanvragen om een omgevingsvergunning in deze periode volledig (en dus ontvankelijk) moeten zijn.
Daarmee is ook meteen duidelijk wat de maximale termijn voor aanvullende gegevens is, indien sprake is van (nog) niet volledige/ontvankelijke aanvragen.
Achtergrond van de tweede opmerking is dat op het spreekwoordelijke bierviltje een incomplete omgevingsvergunning aanvraag kan worden gedaan. In de praktijk blijkt dat het soms wel tot een jaar kan duren voordat deze aanvraag compleet wordt gemaakt door de aanvrager. Omdat de ministeriële regeling spreekt van de datum van indiening, zou het daarmee mogelijk zijn dat indieners nog tot ver in 2019 de tijd hebben om de omgevingsvergunning aan te vullen en daarmee zou de tijdelijk regeling ook nog in 2019 van kracht zijn. Dit lijkt ons een onbedoelde uitwerking van de tijdelijke regeling.

Opmerking 3:
De Wet VET heeft gevolgen voor onder meer afnemers van gas met een aansluiting tot 40 m3/uur. Echter, het gasverbruik is niet opgenomen bij de indieningsvereisten van een aanvraag om een omgevingsvergunning. Ook de EPC-rapportages die bij vergunningaanvragen gevoegd worden, geven geen informatie over het gasverbruik van/in het bouwwerk. Om te kunnen vaststellen of de Wet VET van toepassing is op een bepaald bouwproject, is het belangrijk om over deze gegevens te kunnen beschikken. De Ministeriele regeling omgevingsrecht (MOR) zou hierop aangepast moeten worden.