Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020

Reactie

Naam RailGood (Hans-Willem Vroon)
Plaats Maarn
Datum 13 januari 2020

Vraag1

Hebt u vragen of opmerkingen? U kunt via deze website reageren op alle onderdelen van de wijziging van de Regeling en de toelichting.
RailGood maakt hierbij de volgende aandachtspunten kenbaar:

(1) Bij artikel 3.4: Komt de bestaande uitzondering voor ARR plicht op rangeerlocomotieven te vervallen? Dat betekent dat het lastiger gaat worden om bepaalde types rangeerlocomotieven in bedrijf te stellen. O.a. DER600, BR363, 6700, O&K. Dat is niet wenselijk.

(2) Bij artikel 7: In de huidige RIS2015 staat dat er beperkingen opgelegd kunnen worden voor materieel met wieldiameters onder 730mm. In deze nieuwe RIS staat dat de wieldiameter tenminste 730 mm is. Er worden meerdere wagens (ook) in Nederland ingezet met DB26sa wielen waarvan de slijtagemaat op circa 700mm ligt). Mede in relatie tot artikel 16 zit hier een risico op overregulering en beperkingen.

(3) Bij artikel 11: Losse locomotieven trekken veel sneller op dan conform deze tabel. Ook al staat er in de kop van de tabel 'Minimaal benodigde tijd en weg'. Kan hiervoor geen uitzondering worden beschreven of een mogelijkheid dit operationeel te regelen.

(4) Bij Artikel 16: Zou dit artikel niet andersom moeten zijn geformuleerd? Als een wagen aan TSI WAG voldoet, is deze in Nederland toegelaten. Het bestaan van de RIS artikel 3 tot en met 14 zou hierop helemaal geen invloed mogen hebben.

(5) Bij bijlage 6: Er is t.o.v. de RIS2015 geen enkele verbetering in de eisen die gesteld worden aan de detectiekwaliteit van voertuigen. Dat betekent dat er voorlopig nog geen moderne, stille en schone rangeer- en feeding-locomotieven hoeven te worden verwacht in Nederland. RailGood vindt dit een gemiste kans.

Hiermee vertrouwt RailGood erop het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voldoende te hebben geïnformeerd over zijn zienswijze.

Met vriendelijke groet,
Hans-Willem Vroon