Kabinetsreactie Regulering van online content
Reactie
Naam | A Lam |
---|---|
Plaats | Alkmaar |
Datum | 14 december 2020 |
Vraag1
Wij willen graag een reactie op de afzonderlijke aanbevelingen van de AIV. U wordt verzocht uw reactie zoveel mogelijk met argumenten te onderbouwen.Aanbeveling 1: Herijk het Nederlandse internetbeleid.
Open deur. Beleid herijken hoort een voortdurend proces te zijn.
Vraag2
Aanbeveling 2: Verdedig en bevorder het open en vrije karakter van het internet op basis van democratische en rechtsstatelijke waarden.Mee eens. Waar overheden, ook met de beste bedoelingen, zich met het internet bemoeien is het middel al snel erger dan de kwaal.
Vraag3
Aanbeveling 3: Versterk de Nederlandse vertegenwoordiging in internationale internetorganisaties.De problematiek overstijgt het nationale belang. Er is dus geen reden waarom uitgerekend Nederland sterker vertegenwoordigd zou moeten zijn.
Vraag4
Aanbeveling 4: Stimuleer internationale normstelling voor de aanpak van schadelijke online content met een stevige verankering in bestaande mensenrechtenstandaarden.Zie mijn opmerkingen bij aanbeveling 10. Overheidsingrijpen op grond van mensenrechten legitimeert indirect elk ander overheidsingrijpen, juist ook door dictators.
Vraag5
Aanbeveling 5: Initieer maatregelen gericht op transparantie en toezicht.Zie mijn opmerkingen bij aanbeveling 10. Stimuleer de ontwikkeling en het gebruik van filters waarmee de gebruiker zelf "aan de knoppen draait".
Vraag6
Aanbeveling 6: Stimuleer value sensitive design en digital commons.Opmerking vooraf: strooien met Engelse termen draagt niet bij aan de helderheid wat je wilt stimuleren. Mensen gaan er elk hun eigen invulling aan geven. De kans dat je dan nog bereikt wat je er zelf mee bedoelde, is verwaarloosbaar. Zelf houd ik het op "waardenbewust ontwerp" en "collectief bezit van digitale hulpmiddelen".
Waardenbewust ontwerp is alleen positief als het aansluit bij de waarden van de gebruiker. In de praktijk zal het betekenen dat de ontwerpers hun eigen waarden opleggen. Hiervoor geldt net als bij aanbeveling 4 dat je er indirect dictators mee in de kaart speelt.
Collectief bezit van digitale hulpmiddelen draagt bij aan transparantie en toezicht en hoort dus thuis bij aanbeveling 5.
Vraag7
Aanbeveling 7: Betrek onafhankelijke nationale expertorganen bij de beoordeling van schadelijke online content.Onafhankelijkheid en expertise zijn wel handig, ja. Alleen waarom bij deze problematiek, die het nationale belang overstijgt, uitgerekend nationale organen zouden moeten worden betrokken is mij niet duidelijk.
Vraag8
Aanbeveling 8: Pleit voor een zorgplicht voor internetplatformen, onder duidelijke randvoorwaarden.Zie mijn opmerkingen bij aanbeveling 10. Stimuleer de ontwikkeling en het gebruik van filters waarmee de gebruiker zelf "aan de knoppen draait". Hieronder valt ook dat internetplatformen het gebruik van dergelijke filters stimuleren. Of ze ook zelf filters inbouwen, is een eigen keuze. Voor sommige gebruikers kan de aanwezigheid van ingebouwde filters een aanbeveling zijn, voor andere gebruikers kan het reden zijn om uit te wijken naar een ander platform.
Vraag9
Aanbeveling 9: Maak de gebruikersvoorwaarden van internetplatformen mensenrechten-inclusief.De gebruikersvoorwaarden van internetplatformen kunnen nooit in de plaats treden van wettelijke bepalingen. Deze aanbeveling voegt dus niets toe.
Vraag10
Aanbeveling 10: Vergroot de digitale weerbaarheid van internetgebruikers.Kennis is macht. Wie al te makkelijk "kennis" opzuigt van het internet is een makkelijke speelbal voor kwaadwillenden.
Deze problematiek is niet nieuw, propaganda is zo ongeveer gelijk met de taal uitgevonden. Het internet heeft alleen nieuwe mogelijkheden gebracht om propaganda te verspreiden.
Bestrijding van propaganda staat haaks op de vrijheid van meningsuiting. De verspreiders van propaganda vinden oprecht dat ze voor "de goede zaak" bezig zijn. De overheid die de propaganda wil bestrijden, vindt ook voor "de goede zaak" bezig te zijn. Om uit dit dilemma te geraken, is een objectieve definitie van "de goede zaak" nodig. In dit voorstel wordt aansluiting gezocht bij de mensenrechten, daarin gesteund door internationale verdragen. Dit strookt weliswaar met de Nederlandse opvattingen, maar op dezelfde wijze redenerend kan een dictator aansluiting zoeken bij de "nationale veiligheid", daarin gesteund door bevriende staten. Welk recht van spreken heeft Nederland om censuur door een dictator te veroordelen, als de Nederlandse overheid vergelijkbaar bezig is? Wat zwaarder moet wegen, mensenrechten of "nationale veiligheid", is ook maar een mening.
Het is dus niet toelaatbaar om de "zender" van boodschappen aan te pakken, maar wel kan de overheid iets doen aan de kant van de "ontvanger". Het is al geruime tijd gemeengoed, ook in Nederland, om e-mailverkeer te filteren op spam. Internetproviders bieden de mogelijkheid aan, de gebruiker kiest zelf om daar wel of niet gebruik van te maken en kan daarnaast of in plaats daarvan ook spamfilters van onafhankelijke ontwikkelaars gebruiken. Net zo bestaan er mogelijkheden om het websurfen te beperken tot pagina's die geschikt worden geacht voor kinderen.
Mijn aanbeveling: stimuleer de ontwikkeling en het gebruik van software die aan de gebruikerskant helpt om het kaf van het koren te scheiden. Laat providers het voor gebruikers makkelijk maken dergelijke software in te zetten, en laat de uiteindelijke beslissing om een door dergelijke software als schadelijk gemarkeerde pagina al dan niet alsnog te bekijken over aan de gebruiker.