Enkele wijzigingen van specifieke renteaftrekbeperkingen in de Wet Vpb 1969
Rente is in beginsel aftrekbaar van de winst. De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb 1969) kent echter enkele specifieke renteaftrekbeperkingen om ongewenste vormen van grondslaguitholling door renteaftrek tegen te gaan. Met de voorgenomen wijzigingen wordt gevolg gegeven aan enkele toezeggingen in de kabinetsreactie op de initiatiefnota van de leden Groot en Nijboer ‘Private equity: einde aan de excessen’.
Consultatie gegevens
Publicatiedatum | 20-06-2016 |
---|---|
Einddatum consultatie | 18-07-2016 |
Status | Gesloten |
Type consultatie | Wet |
Organisatie | Ministerie van Financiën |
Onderwerpen | Belasting |
Publicatie reacties
Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.
Doel van de regeling
In de initiatiefnota van de leden Nijboer en Groot 'Private equity: einde aan de excessen' is aandacht gevraagd voor de reikwijdte van de thans bestaande renteaftrekbeperking in situaties van bovenmatige schuldfinanciering bij overnames, de zogenoemde overnameholdingbepaling als bedoeld in artikel 15ad van de Wet Vpb 1969. De initiatiefnemers doen drie concrete voorstellen tot wijziging van deze bepaling. In de kabinetsreactie op de initiatiefnota zijn deze voorstellen omarmd. De voorstellen van de initiatiefnemers zijn nader uitgewerkt in deze ontwerpwetswijzigingen, die onderdeel moeten gaan uitmaken van het pakket Belastingplan 2017. De wijzigingen van de overnameholdingbepaling versterken de oorspronkelijke gedachte van deze bepaling en zorgen ervoor dat in meer gevallen de aftrek van rente op overnamefinancieringen binnen een fiscale eenheid wordt beperkt. Tevens is gebleken dat het onwenselijk gebruik van renteaftrek door overnamepartijen pas effectief kan worden bestreden als deze drie wijzigingen in de overnameholdingbepaling worden vergezeld van een aanpassing in de renteaftrekbeperking van artikel 10a van de Wet Vpb 1969. Het gaat om lichamen die optreden als samenwerkende groep en waarbij individueel niet, maar als samenwerkende groep wel sprake is van verbondenheid. Om die reden wordt, conform een toezegging in de eerdergenoemde kabinetsreactie, in deze ontwerpwetswijzigingen eveneens voorzien in een aanpassing van artikel 10a van de Wet Vpb 1969. Hierdoor wordt het mogelijk om grondslaguitholling door middel van agressieve overnamefinancieringen door een samenwerkende groep effectief te bestrijden. Met de voorgestelde aanpassingen worden de wettelijke bepalingen verstevigd waardoor grondslaguitholling door het kunstmatig creëren van renteaftrek beter kan worden bestreden.
- Concept regeling
Enkele wijzigingen van specifieke renteaftrekbeperkingen in de Wet Vpb 1969 (onderdeel van BP17)
Doelgroepen die door de regeling worden geraakt
Met deze aanpassingen zullen naar verwachting overnamepartijen worden geraakt die in het kader van de financiering van een bedrijfsovername van een Nederlandse vennootschap de bovenmatige rente ten laste van de in Nederland belaste winst willen brengen.
Verwachte effecten van de regeling
Met de aanpassingen kunnen belastingplichtigen bovenmatige rentelasten die samenhangen met een bedrijfsovername niet meer ten laste van de in Nederland belastbare winst brengen.
Doel van de consultatie
De consultatie vindt plaats om belangstellenden de gelegenheid te bieden een reactie te geven op deze ontwerpwetswijzigingen in de artikelen 10a en 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd
Belangstellenden kunnen bij hun reactie het gehele ontwerp betrekken.
Meer informatie
-
Beantwoording vragen IAK
-
Kamerbrief kabinetsreactie Initiatiefnota Private Equity
- Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Bron: wetten.overheid.nl (externe site)