Regeling specifieke uitkering Bedrijfsmatig Vastgoed

Reactie

Vraag1

Graag maakt VNO-NCW Midden gebruik van de mogelijkheid om te reageren op de Regeling specifieke uitkering bedrijfsmatig vastgoed. Wij delen de ambitie van het kabinet om in 2030 een forse reductie van CO2-emissie te realiseren. Energiebesparing is een van de maatregelen die het uiteindelijke doel dienen van CO2-reductie en verduurzaming. Wij staan daarom positief tegenover een ontzorgingsprogramma voor ondernemingen en een ondersteuningsprogramma voor bedrijventerreinen. Wel hebben wij een 2-tal toevoegingen die voor ons als ondernemersverenigingen cruciaal zijn voor het draagvlak van ondernemers voor deze regeling.

Toevoeging 1

Artikel 4, lid L
een ondersteuningsverklaring van brancheverenigingen, regionale of lokale ondernemersverenigingen.

Toevoeging 2
Artikel 12, lid J
een ondersteuningsverklaring van brancheverenigingen, regionale en lokale ondernemersverenigingen.

Waarom willen wij deze wijziging?
Reeds in een eerder stadium hebben wij namens alle regionale verenigingen om deze wijziging gevraagd. Daar is niets mee gedaan en dat betreuren wij. Voor een goede uitvoering is het van belang dat de ingediende plannen de volledige steun hebben van ondernemers in deze regio’s en provincies. Immers het gaat over onze achterban. Bovendien hebben we in diverse regio’s de afgelopen jaren gewerkt aan de realisatie van publiek-private samenwerkingsverbanden die naar de ondernemer toe moeten zorgen voor het voorkomen van versnippering en het kunnen integreren van de inzet van verschillende instrumenten om de verduurzaming van bedrijven(terreinen) te kunnen realiseren. Voorbeelden hiervan zijn het Duurzaam Ondernemerscentrum Achterhoek (do-achterhoek.nl), Servicepunt Energietransitie Bedrijven Midden-Holland (seb-mh.nl) of Grote Oogst (Bedrijventerreinen).

Zonder deze toevoeging is het lang niet in alle provincies aannemelijk dat hierin het contact wordt gezocht met de genoemde ondernemersverenigingen. Daarnaast is voor de verduurzaming van bedrijventerreinen het de bedoeling dat in iedere regio een publiek-private samenwerking wordt opgezet waarmee de inzet op bedrijventerreinen voor langere tijd wordt geborgd. Wij zien in de praktijk dat er te snel naar het instrument van (nieuwe) subsidieregelingen wordt gegrepen, in plaats van een one-stop-shop gedachte. Dat laatste is wat ondernemers willen en nodig hebben en ook zelf op willen sturen. Zeker als het ministerie als gedachte achter deze regeling heeft, dat deze later niet meer nodig zou zijn.