Denk mee met de Staatscommissie rechtsstaat
Reactie
Naam
|
A Lam
|
Plaats
|
Alkmaar
|
Datum
|
30 juni 2023
|
Vraag1
Voor haar onderzoek is de Staatscommissie rechtsstaat op zoek naar ervaringen en perspectieven van burgers op de rechtsstaat en de rechtsstatelijke cultuur in Nederland. Welk onderwerp verdient in uw ogen speciale aandacht en waarom? Wat zijn concrete maatregelen om het functioneren van de regering, het parlement en de rechtspraak en hun onderlinge verhouding in de praktijk te verbeteren? Hoe kan de rechtsbescherming van de burger effectief beter worden?
Zie voor een duidelijk voorbeeld hoe het niet moet de KOT-affaire. Een van de lessen die daaruit valt te leren is: signalen dat er iets niet goed gaat serieus nemen. In het bijzonder is het momenteel te gemakkelijk voor de overheid om de adviezen van de Nationale ombudsman naast zich neer te leggen. Geef de Nationale ombudsman de bevoegdheid om reparatie te eisen van geconstateerde mankementen aan het overheidsapparaat. Doelgerichter kun je haast niet borgen dat het overheidsapparaat voeling houdt met de uitvoeringspraktijk.
Ander voorbeeld: Groningen. De eerste aardgasbevingen (eind jaren 1980) waren een krachtig signaal dat er iets niet goed ging. De overheid greep niet in, er was immers geen weg meer terug omdat er al juridisch bindende contracten waren getekend. Flauwekul, de overheid had de betrokken partijen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten aanspreken en de contracten open moeten breken. Veranker in de grondwet dat contracten niet langer juridisch bindend zijn nadat is vast komen te staan dat naleving ervan maatschappelijk onaanvaardbare gevolgen heeft.
Van tijd tot tijd duiken er verhalen op van mensen die in een juridische strijd verwikkeld zijn met de lokale overheid. Ze krijgen van de rechter gelijk maar de gemeente legt de uitspraak van de rechter naast zich neer en/of gaat in hoger beroep. Ik kan niet beoordelen of het in alle gevallen zo zwart-wit ligt als de verhalen suggereren, maar ik vind wel dat de overheid als sterkere partij terughoudend moet zijn met doorprocederen. Als een klacht standhoudt bij een lagere rechter is daarmee gezegd dat in elk geval iets niet helemaal goed is gegaan. Die constatering moet reden zijn om de zaak vlot in het voordeel van de klager af te ronden en lering te trekken hoe voortaan in vergelijkbare gevallen burger-vriendelijker te handelen.
Ook zouden in mijn ogen adviezen van de Raad van State bindend moeten zijn. Net zoals de voorschriften van het Bouwbesluit niet vrijblijvend zijn mag de samenleving ook aan het bouwwerk van de wetgever hoge kwaliteitseisen stellen.