Wetsvoorstel doorlopende leerroutes vmbo-mbo (sterk beroepsonderwijs)

Reactie

Naam Alfa-college (K Berends)
Plaats Hoogeveen
Datum 14 februari 2019

Vraag1

Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk om doorlopende leerroutes in te richten waarbij het onderwijs verrijkt, verdiept en soms ook verkort kan worden. Verkorting is geen doel op zich, maar is wel een mogelijkheid.
Dit wetsvoorstel biedt scholen de mogelijkheid om een verkorte doorlopende leerroute vmbo-basisberoepsopleiding (mbo niveau 2) aan te bieden binnen een studieduur van 2 jaar (vanaf de bovenbouw van het vmbo t/m een diploma basisberoepsopleiding).

Denkt u dat het mogelijk is om jongeren vanaf de bovenbouw vmbo naar een diploma basisberoepsopleiding te begeleiden in 2 studiejaren? Of is deze verkorting niet haalbaar?
Het is wel heel ambitieus om een verkorting te realiseren van twee leerjaren in een 4-jarig traject. Deels komt dat doordat de orientatie op het beroep binnen het VMBO breder is geworden. Hierdoor moet de specialisatie nog plaatsvinden in het MBO (of het laatste deel van het traject). Voorwaarde is dat de VMBO-periode meer gericht moet zijn op het beroep. In overleggen is het model technieklyceum al eens gevallen. Een school die al op een bepaalde sector is gericht en ook in de onderbouw vaardigheden kan bijbrengen. Dit model zou ook op kader TL en Havo toegepast kunnen worden. Een andere factor is de focus van leerlingen op het vak. Dat is iets dat nu vooral op het MBO ontstaat. Hoe deze instelling en motivatie vanaf start opleiding te organiseren is, lijkt mij een uitdaging. 3 jaar lijkt maximaal haalbaar, waarbij aangemerkt moet worden dat er dan nog steeds sprake moet zijn van een optimale motivatie en beroepsperspectief. Een rol die ook voor bedrijven weggelegd zou moeten zijn.

Vraag2

De eerste twee jaren van de doorlopende leerroute is de jongere ingeschreven op de vmbo-school. De vmbo-school is in die periode ook verantwoordelijk voor de naleving van wet- en regelgeving. Enige uitzondering hierop is dat de mbo-instelling te allen tijde verantwoordelijk blijft voor het mbo-onderwijs, -examinering en –diplomering.
Na twee jaren wordt de jongere overgeschreven naar de mbo-instelling. Vanaf dat moment wordt de mbo-instelling verantwoordelijk voor de naleving van wet- en regelgeving in de doorlopende leerroute. Ook hier geldt weer dat de enige uitzondering is dat de vo-school te allen tijde verantwoordelijk blijft voor het vo-onderwijs, -examinering en –diplomering.
In de samenwerkingsovereenkomst maken de vmbo-school en mbo-instelling afspraken over wat zij van elkaar nodig hebben om de wet- en regelgeving na te leven.

Is de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de vo-school en de mbo-instelling voldoende duidelijk?
Duidelijk. Waar een wil is kunnen goede afspraken worden gemaakt

Vraag3

Biedt de mogelijkheid dat vmbo-examens tot en met het derde jaar van de doorlopende leerroute kunnen worden afgesloten voldoende ruimte om een geïntegreerd onderwijsprogramma vmbo-mbo aan te bieden?
Zie 2.