Wetsvoorstel strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Vroomshoop
|
Datum
|
16 juli 2021
|
Vraag1
U wordt uitgenodigd te reageren op het wetsvoorstel, of delen daarvan. Op basis van de reacties tijdens de internetconsultatie kan het wetsvoorstel worden aangepast.
Ik ben werkzaam bij de politie en zie doxing als een uitermate onwenselijk fenomeen. Wetshandhavers en hun gezinnen verdienen het inderdaad niet om in hun persoonlijke levenssfeer te worden beperkt als gevolg van intimiderende, provocerende of opruiende berichtgeving. Ik moest de formulering van het conceptwetsvoorstel en de memorie van toelichting goed lezen om te zien of ik het goed begrijp dat niet alleen het feitelijk publiceren van iemands adres of naam strafbaar wordt (als reactie op een reeds verspreide oproep), maar ook het plaatsen behelst van een foto of filmpje van de agent met vraag 'Wie deze agent is'. Wel vraag ik me af hoe het oogmerk om die agent vrees aan te jagen bewezen kan worden in de rechtbank als de verdachte niet aan diens eigen veroordeling meewerkt. Zo zou een verdachte in theorie in het verhoor ook kunnen verklaren de oproep inderdaad te hebben geplaatst, maar (met een wellicht sarcastische grijns) over de intentie te verklaren juist vierkant achter het optreden van een agent te staan en deze oproep hebben geplaatst om deze te kunnen belonen. Een verdachte mag immers liegen. Ik ben van mening dat het huidige wetsvoorstel niet waterdicht genoeg is geformuleerd om een vuist te maken tegen dit onwenselijke fenomeen.