Tijdelijke subsidieregeling onderzoek interventies ter uitbreiding arbeidstijd

Reactie

Vraag1

We overwegen om een aanvraag in te dienen, voor 1 of meerdere van onze 3 branches, kinderopvang, sociaal werk en jeugdzorg – voor één of meerdere interventies. Mede afhankelijk van de uiteindelijke subsidieregeling en ruimte die deze regeling biedt.

Hierbij onze opmerkingen en suggesties:
• Het aantal van minimaal 25 (parttime) werknemers per deelnemende organisatie is voor veel van onze organisaties niet haalbaar. Ten eerste omdat veel organisaties überhaupt kleiner zijn dan 25. Ten tweede omdat deelname van 25 werknemers ook bij grotere organisaties bij meerdere interventies niet reëel is. Graag zien wij qua deelname dus ruimte voor de vele kleinere en middelgrote organisaties: ook zij hebben baat bij de interventies en ‘meer uren werkt’.
• Graag zien wij ruimte bij de interventiestappen voor bredere aanpakken:
o Meerder interventies zijn ‘smal’ gedefinieerd. Terwijl wij uit ervaring weten dat meer stappen nodig zijn. Bijvoorbeeld, bij mantelzorg is meer nodig dan ‘informatie verspreiden’. Of bijvoorbeeld, bij het goede gesprek is het cruciaal dat meer ter sprake komt dan ‘contractuitbreiding’. Graag dus ruimte voor dergelijke (noodzakelijke) verbredingen.
o Als hoofdaanvrager hebben wij expertise en ervaring over wat werkt in samenwerking met organisaties. Dergelijke expertise verwachten wij ook van mogelijke interventiepartners. Graag dus ruimte voor deze praktijkkennis in de stappenplannen.
• Een combinatie van interventies is in veel gevallen meerwaarde. Zo is ‘het goede gesprek’ een randvoorwaarde voor in feite alle interventies. Graag zien wij dat zulke combinaties mogelijk zijn.
• Bij (in ieder geval) interventie combinatiebanen is de indeling in 3 sectoren/pijlers rigide. Hier zou een aanvraag door meerdere branches juist meerwaarde zijn.
• We missen in meerdere interventies het perspectief van de werknemers. Bij de interventie combinatiebanen ‘brengt de interventiepartner in kaart welke combinatiebanen mogelijk zijn’. In praktijk heeft een werknemer ook zelf wensen en ideeën hierbij, die juist gehoord moeten worden.
• In het samenwerkingsverband moet het maatschappelijk belang voorop staan. Een interventiepartner (met een commercieel belang) zien wij daarom liever als leverancier.
• De interventiepartner kan wat ons betreft ook een werkgever zijn met branchekennis en ervaring op interventies.