Toetsbesluit PO
Reactie
Naam
|
diLIMA (JM van Hagen)
|
Plaats
|
Nootdorp
|
Datum
|
25 november 2013
|
Vraag1
Wat is uw oordeel over de inhoudelijke voorwaarden die aan elke eindtoets worden gesteld? Licht uw antwoord toe. (zie pagina 2 onderaan)
In artikel 4.g wordt aangegeven dat de test voldoende zegt over de leerresultaten. Ik leidt hieruit af dat het de leerresultaten betreft vanaf binnenkomst op de basisschool. De resultaten van alleen een eindtoets geven slechts een beeld van de cognitieve prestatie van een kind op dat specifieke moment. Het zegt pas iets over de leerresultaten in relatie tot de situatie bij binnenkomst en een inzicht in de cognitieve vermogens van het betreffende kind. Indien aan dit specifieke artikel wordt vastgehouden, wat ik mag hopen, dan is het onmogelijk om uitsluitend een keuze te maken voor een verplichte eindtoets, zonder daaraan voorwaarden te stellen voor signalering van kleuters bij binnenkomst en het opstellen en onderhouden van een ontwikkelingsperspectief voor iedere leerling.
Vraag2
Zorgen de gestelde afnameregels voor een zorgvuldige en betrouwbare afname? Is voldoende rekening gehouden met het feit dat de toets op de basisschool wordt afgenomen en dat het geen examen is? Licht uw antwoord toe. (zie pagina 3 bovenaan)
Ik heb geen redenen om het tegendeel aan te nemen.
Vraag3
Hoe beoordeelt u de manier waarop er invulling is gegeven aan het feit dat het schooladvies een grotere rol zal spelen bij de toelating tot het voortgezet onderwijs? (zie pagina 6 bovenaan)
Het schooladvies gaat voor bij afwijking ten opzichte van de eindtoets. Hierbij mag worden geconcludeerd dat de eindtoets niet als voorwaarde geldt voor plaatsing op het voortgezet onderwijs. Hieruit concludeer ik dat de eindtoets meer verbonden is met de prestaties van de basisschool dan van de betreffende leerling en dat het gemiddelde van de eindtoetsen gebruikt gaat worden om de kwaliteit van de basisschool in uit te drukken. De enige methode van vergelijking is op dit moment een vergelijking met een landelijk gemiddelde, al dan niet gecorrigeerd op basis van het gemiddelde opleidingsniveau van de ouders van de leerlingen. De echte leerprestatie van basisscholen zou, als je deze wilt meten, in theorie het verschil zijn tussen het niveau bij verlaten van de school (eindtoets) -/- niveau bij binnenkomst gedeeld door de cognitieve mogelijkheden van een kind. Momenteel vindt de Nederlandse politiek en het Nederlandse volk het te ver gaan om dit te meten. Het gevolg hiervan is dat de uitkomst van wat we nu meten waardeloos is. De keuze om het schooladvies voor te laten gaan op de resultaten van de eindtoets zegt eigenlijk al genoeg.