Besluit uitbreiding van de monitoringsverplichting leerlingen funderend onderwijs

Reactie

Naam ProNovaCollege (dhr. C.G.M. van Os)
Plaats Schiedam
Datum 4 september 2023

Vraag1

Wilt u reageren op de uitbreiding van de plicht om in de administratie bij te houden hoe leerlingen in het funderend onderwijs de veiligheid op school beleven? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
Geen bezwaar hiertegen.

Vraag3

Voor sommige groepen is nog niet altijd een geschikte vragenlijst beschikbaar die voldoet aan de (nieuwe) eisen. Dat gaat bijvoorbeeld om leerlingen die jong zijn of in het bijzonder onderwijs of in internationale schakelklassen zitten. Het invullen van de monitor is voor veel van die leerlingen niet goed te doen. Toch is het belangrijk om ook van die leerlingen te weten hoe zij de veiligheid beleven.

Vraag 3a: Welke groepen leerlingen hebben moeite met het invullen van de schoolmonitor?

De nieuwe eisen die we aan de monitor willen stellen maken het ontwikkelen van geschikte vragenlijsten nog lastiger dan het vaak voor sommige doelgroepen al is. Toch zien we bijvoorbeeld steeds meer geschikte manieren ontwikkeld worden voor zeer jonge leerlingen (bijvoorbeeld met plaatjes). We willen dat goede werk om de sociale veiligheid van zulke groepen te kunnen meten niet bemoeilijken.

We kunnen kiezen voor de volgende opties:
1. Een minimumnorm in het primair onderwijs. Dit houdt in dat scholen verplicht worden om bijvoorbeeld alle leerlingen in groep 6 en hoger te bevragen bij de jaarlijkse schoolmonitor. Leerlingen in groep 5 en lager hoeven dan niet verplicht bevraagd te worden, maar dat mag wel. Hierdoor zullen vragenlijstenmakers zich misschien minder geroepen voelen om geschikte vragenlijsten te ontwikkelen voor lagere groepen.
2. Scholen verplichten om zo veel mogelijk leerlingen te bevragen (alle leerlingen die de schoolmonitor kunnen invullen, moeten de gelegenheid krijgen om die in te vullen, of ze in groep 3 of groep 6 zitten maakt dan niet uit). Ook zeer jonge leerlingen zouden dan bevraagd moeten worden als dat kan. Dit stimuleert de onderwijssector om naar manieren te zoeken om ook manieren te vinden om de lastigere groepen te bevragen. Een risico van deze optie is dat scholen niet altijd een geschikt instrument gebruiken en dat het gemakkelijker gebeurt dat ze niet aan de regels voldoen.

Vraag:
Geef u de voorkeur aan optie 1 of optie 2?
3A: Leerlingen binnen het Praktijkonderwijs.
Tegen het verzamelen van achtergrond info omtrent veiligheid e.d. is geen enkel bezwaar. Wel is het van belang dat er een heldere, eenduidige vraagstelling wordt gebruikt bij het opstellen van de vragenlijsten.
Hierbij letten op:
* geen dubbele ontkenning (het is niet ongebruikelijk, niet ongewenst, e.d.)
* Woordkeuze die begrijpelijk is, zeker voor het praktijkonderwijs
* Eén, hooguit twee items per vraag.
* Geen veronderstelling met conclusie (bv.: Als ik word gepest dan doet de docent hier iets aan. Leerlingen in het Pro beantwoorden deze vraag met "nee" omdat ze niet worden gepest).

Zorgvuldigheid en aandacht voor eenvoudig, begrijpelijk Nederlands is van belang.
Tevens als aandachtspunt, maak de lijst niet te lang. De ervaring leert dat hoe verder de leerlingen komen de antwoorden steeds sneller worden ingevuld. Je kunt je dan afvragen wat de waarde is van het gegeven antwoord.
Optie 1

Vraag4

In het geval optie 1 wordt ingevoerd, wat heeft dan uw voorkeur: een minimumnorm vanaf groep 5 of juist hoger of lager?
Groep 5 als minimum