Besluit uitbreiding van de monitoringsverplichting leerlingen funderend onderwijs

Reactie

Naam Drives@School (drs. A.A.S. Brezet)
Plaats Leiderdorp
Datum 15 juli 2023

Vraag1

Wilt u reageren op de uitbreiding van de plicht om in de administratie bij te houden hoe leerlingen in het funderend onderwijs de veiligheid op school beleven? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
Op zich is het prima dat scholen de sociale veiligheid monitoren. Het is een positief doel.

Vraag2

Discriminatie van mensen omdat ze bij een bepaalde cultuur of religie horen, of omdat ze er anders uitzien of bijvoorbeeld verliefd worden op iemand van hetzelfde geslacht komt veel voor in het onderwijs. Het gaat dan om discriminatie op basis van etniciteit (waaronder huidskleur), geslacht, seksualiteit, beperking of religie.

Door speciaal naar deze vormen van discriminatie te vragen in de schoolmonitor, krijgen scholen beter zicht op hoe bepaalde (kwetsbare) groepen leerlingen de veiligheid op school beleven. Een ander gevolg is dat deze extra onderwerpen ook leiden tot een grote hoeveelheid extra vragen die leerlingen moeten beantwoorden (18-30 extra vragen). Daarmee wordt de last die we op leerlingen leggen ook hoger.

Vraag:
Vindt u dat scholen verplicht moeten worden om naar deze vormen van discriminatie te vragen in de jaarlijkse schoolmonitor? Welke 3 à 4 vormen van discriminatie vindt u het belangrijkst?
Onderzoeken is beïnvloeden. Je krijgt wat je vraagt. Vragen naar discriminatie en pesten is vragen naar het duiden en op zoek gaan naar dergelijke situatie en dat verlaagt per definitie het gevoel van sociale veiligheid.

Beter kan aan leerlingen gevraagd worden wanneer zij zich het meest fijn voelen in de groep op school. Wat maakt dan dat ze het fijn hebben? Wat doen klasgenoten om het fijn te hebben? Wat doen zijzelf om het fijn te hebben.

Stel dat je de sfeer nog fijner kan en de veiligheid nog groter, wat zou er dan meer of anders moeten zijn op school? Waar kan het nog beter?

Met bovenstaande vragen ligt de focus op wat er al werkt en wat het nog beter zou kunnen laten werken. Dan dient het onderzoek het doel: het vergroten van de sociale veiligheid.

Vraag3

Voor sommige groepen is nog niet altijd een geschikte vragenlijst beschikbaar die voldoet aan de (nieuwe) eisen. Dat gaat bijvoorbeeld om leerlingen die jong zijn of in het bijzonder onderwijs of in internationale schakelklassen zitten. Het invullen van de monitor is voor veel van die leerlingen niet goed te doen. Toch is het belangrijk om ook van die leerlingen te weten hoe zij de veiligheid beleven.

Vraag 3a: Welke groepen leerlingen hebben moeite met het invullen van de schoolmonitor?

De nieuwe eisen die we aan de monitor willen stellen maken het ontwikkelen van geschikte vragenlijsten nog lastiger dan het vaak voor sommige doelgroepen al is. Toch zien we bijvoorbeeld steeds meer geschikte manieren ontwikkeld worden voor zeer jonge leerlingen (bijvoorbeeld met plaatjes). We willen dat goede werk om de sociale veiligheid van zulke groepen te kunnen meten niet bemoeilijken.

We kunnen kiezen voor de volgende opties:
1. Een minimumnorm in het primair onderwijs. Dit houdt in dat scholen verplicht worden om bijvoorbeeld alle leerlingen in groep 6 en hoger te bevragen bij de jaarlijkse schoolmonitor. Leerlingen in groep 5 en lager hoeven dan niet verplicht bevraagd te worden, maar dat mag wel. Hierdoor zullen vragenlijstenmakers zich misschien minder geroepen voelen om geschikte vragenlijsten te ontwikkelen voor lagere groepen.
2. Scholen verplichten om zo veel mogelijk leerlingen te bevragen (alle leerlingen die de schoolmonitor kunnen invullen, moeten de gelegenheid krijgen om die in te vullen, of ze in groep 3 of groep 6 zitten maakt dan niet uit). Ook zeer jonge leerlingen zouden dan bevraagd moeten worden als dat kan. Dit stimuleert de onderwijssector om naar manieren te zoeken om ook manieren te vinden om de lastigere groepen te bevragen. Een risico van deze optie is dat scholen niet altijd een geschikt instrument gebruiken en dat het gemakkelijker gebeurt dat ze niet aan de regels voldoen.

Vraag:
Geef u de voorkeur aan optie 1 of optie 2?
Vraag 3a: dan moet je het dus niet met een vragenlijst doen, maar met een gesprek.
Optie 2: Leerkrachten moeten sowieso met iedere leerling in gesprek zijn.
Alleen moet je dit niet willen doen met een vragenlijst. Dat gaat uit van meten is weten en dat adagium klopt niet.
Meten is beïnvloeden. Het is veel sterker als sociale veiligheid onderwerp van gesprek is tussen leerkrachten en leerlingen, waarbij vooral leren het uitgangspunt is. Wat leren leerlingen over hun eigen invloed op sociale veiligheid? Wat leren leerkrachten over hun invloed. Dan wordt het veel interessanter, voelt het minder als een moetje en controle. En het draagt dan pas echt wat bij aan sociale veiligheid.

Vraag4

In het geval optie 1 wordt ingevoerd, wat heeft dan uw voorkeur: een minimumnorm vanaf groep 5 of juist hoger of lager?
Ik ben tegen ieder norm. Als je normen gaat stellen gaan mensen de grenzen opzoeken. We moeten bezig zijn met idealen te realiseren: scholen waar alle leerlingen fijn samen leren, werken en spelen. En daar het gesprek over voeren.