Besluit verhoging vergoeding Statenleden en leden algemeen bestuur waterschappen

Reactie

Naam Provincie Flevoland (MSc F.A. Achtien)
Plaats Almere
Datum 12 oktober 2022

Vraag1

Wat is uw mening over het ontwerpbesluit?
Het ontwerpbesluit doet geen recht aan de situatie van Statenleden. In de afgelopen 20 jaar verschenen er meerdere rapporten die aangeven dat de vergoeding voor Statenleden niet in verhouding staat met de tijdsbelasting en de vermindering van inkomsten uit werk. Gelet op het feit dat elke zittingsperiode meer dan 50% van de statenleden stopt, is de omloopsnelheid te hoog en daarmee tast het onze democratie aan.

Naar mijn mening is helemaal niet gekeken naar een logische beloningssystematiek op basis van inwonersklasse, werkdruk en tijdsbesteding, maar is er een gemiddelde genomen tussen de bestaande categorieën. De onderbouwing in het advies van van de adviescommissie is zeer summier en niet goed te begrijpen.

Het is veel logischer om aan te sluiten bij de vergoeding van Raadsleden uit de categorie 100.000+. De tijdsbesteding van Raadsleden uit die categorie (19,5-21,6 uur) komt het dichtst in de buurt bij de tijdsbesteding van Statenleden (22,6 uur, bron: Nationaal Statenledenonderzoek en Nationaal Raadsledenonderzoek van Daadkracht). Daar bovenop heeft een Statenlid veelal te maken met vergaderingen overdag. Een Statenlid is daardoor meer genoodzaakt om zijn eigenlijke werk op te zeggen om Statenlid te zijn. Voor een Raadslid die hoofdzakelijk ‘s avonds vergadert, speelt dat veel minder. Als laatste is het zo dat het inwoneraantal van een Provincie altijd veel groter is dan 100.000+ en met de huidige en toekomstige dossiers die richting de Provincie komen, de werklast veelal hoger is dan de werklast van Raadsleden van 100.000+ gemeenten.

Ik doe hierbij dan ook een dringend beroep op de Minister om de bestaande inwonerscategorieën te volgen en voor Statenleden aan te sluiten bij de 100.000+ gemeenten en niet uit te gaan van een in de haast bedachte, slecht onderbouwde nieuwe definitie.

Daarnaast is het absurd dat er geen terugwerkende kracht wordt voorgesteld, zeker gezien het feit dat er de afgelopen 20 jaar geen aanpassing aan de vergoeding voor Statenleden heeft plaatsgevonden. Het is een discussie die in de huidige Statenperiode heeft plaatsgevonden en het is niet meer dan logisch dat het besluit gaat gelden voor de zittende Statenleden.