Besluit verhoging vergoeding Statenleden en leden algemeen bestuur waterschappen

Reactie

Naam Anoniem
Plaats
Datum 7 oktober 2022

Vraag1

Wat is uw mening over het ontwerpbesluit?
Ik ben een Statenlid en ik vind de voorgestelde verhoging naar 1526,07 euro veel te weinig. Het bruto uurloon gaat van 14,50 euro naar 16,88 euro. Deze verhoging compenseert nog steeds bij lange na niet de gederfde inkomsten uit werk. Overdag op woensdagen staan de commissievergaderingen en Statenvergaderingen gepland, dus die dagen mag ik niet werken bij mijn andere werk. Je wordt verplicht door het Statenwerk om af te schalen van fulltime naar parttime bij je andere werk. Bij mijn andere werk verdien ik 25 euro per uur. Dit is een modaal bruto uurloon. Het uurloon van 't Statenwerk komt totaal niet in de buurt van m'n andere werk. Bovendien bouw ik geen pensioen op als Statenlid. Het verschil in uurloon plus de gederfde pensioenopbouw over een periode van vier jaar heeft me circa vijftienduizend euro gekost. Ik vind het dan ook heel zuur dat de verhoging pas ingaat vanaf de nieuwe Statenperiode. In 2018 is de raadsvergoeding voor kleine gemeenten fors verhoogd, en die raadsleden kregen dat ook met terugwerkende kracht. Door de coronacrisis is het besluit voor de verhoging van de Statenvergoeding steeds vooruit geschoven, en helaas zijn de zittende Statenleden daar nu de dupe van. De afgelopen vier jaar is ons steeds vertelt dat er snel een besluit zou komen, en dat we gecompenseerd zouden worden. Nu blijkt dat niet zo te zijn. Ontzettend teleurstellend en schrijnend. Dat we geen compensatie krijgen voor onze gederfde inkomsten van de afgelopen jaren, en voor de komende jaren zal dit ook niet het geval zijn, is voor mij dé reden dat ik mij niet opnieuw kandidaat stel als Statenlid. De verhoging zorgt er voor dat het me niet vijftienduizend euro kost maar slechts dertienduizend euro om weer vier jaar Statenlid te zijn. Dat ga ik abslouut niet doen.