BTIV verkoopregels en grondposities

Het aanpassen van de verkoopregels heeft gevolgen voor corporaties. Zij zullen eengezinswoningen die ze willen verkopen eerst moeten aanbieden aan huurders van sociale huurwoningen in de gemeente. Dat is een uitbreiding van de huidige aanbiedingsplicht, die dat alleen verplicht richting de zittende huurder en alleen voor woningen die blijvend sociaal worden verhuurd. Corporaties zullen bij een verbreding van de aanbiedingsplicht een communicatiekanaal moeten hebben om alle huurders van sociale huurwoningen in de gemeente te bereiken. Verwacht wordt dat zij bestaande communicatiekanalen zullen gebruiken. Het wijzigen van de termijn voor grondposities heeft geen negatieve gevolgen voor corporaties. Zij krijgen juist meer tijd om DAEB-woningen te bouwen. Gemeenten en huurders ervaren geen effecten.

In het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ is het beleidsvoornemen opgenomen om zittende corporatiehuurders in grondgebonden woningen een start te geven op de koopmarkt, door ze de kans te geven om hun woning onder bepaalde voorwaarden te kopen. Bij de huurders van woningcorporaties gaat het veelal om huishoudens met een lager en een middeninkomen. Voor deze groepen is de koopwoningmarkt in de afgelopen jaren steeds minder toegankelijk geworden. De woningen van woningcorporaties passen wat betreft hun kwaliteit goed bij de lagere en middeninkomensgroepen, zodat het voor de hand ligt om deze woningen, wanneer de corporaties deze willen verkopen, aan te bieden aan de zittende huurders en aan andere huurders van woningcorporaties die daar zelf willen gaan wonen. Op deze wijze neemt het aanbod aan koopwoningen voor lagere en middeninkomens toe, kunnen huurders van corporaties een wooncarrière maken in de wijk en blijven middeninkomens behouden voor deze wijken. Bovendien draagt de verkoop van een leegstaande corporatiewoning aan een bestaande huurder bij aan doorstroming in de corporatiesector, omdat er een woning vrij komt voor iemand van de wachtlijst.   

Daarnaast wordt de termijn voor grondposities in de DAEB-tak verlengd van vijf naar tien jaar. Reden daarvoor is dat de gemiddelde doorlooptijd voor woningbouw vanaf het begin van de planning tot de verkoop van een woning bijna tien jaar bedraagt. Daardoor wordt voorkomen dat corporaties gedwongen worden onbebouwde grond af te stoten door factoren waar zij zelf geen invloed op hebben.

• Wijziging BTIV verkoopregels en grondposities (744 kB) PDF
  Downloaden Wijziging BTIV verkoopregels en grondposities
• Beantwoording IAK-vragen (236 kB) PDF
  Downloaden Beantwoording IAK-vragen

De volgende documenten geven extra informatie. U kunt niet op deze documenten reageren.

• Te wijzigen regeling Besluit toegelaten instellingen 2015
  Externe link: Bron: wetten.overheid.nl