Verzamelwijziging Bbl parkeergarages, woonfunctie voor zorg en daglicht

Reactie

Naam dgmr (ronald oldengarm)
Plaats arnhem
Datum 22 juli 2021

Vraag1

Gevraagd wordt naar reacties op het wijzigingsbesluit.
De wereld is constant in beweging, veranderingen in de maatschappij kunnen gevolgen hebben voor de brandveiligheid. Het is dan ook zeer goed dat er gekeken wordt naar de verandering in energiedragers voor voertuigen. Als blijkt dat er maatregelen noodzakelijk zijn om het gewenste brandveiligheidsniveau te waarborgen is het ook goed dat deze na een gedegen beschouwing worden genomen en proportioneel zijn. Na aanleiding van de uitgevoerde onderzoeken en voorstellen van aanpassing van de regelgeving willen we op een aantal punten onze zorgen kenbaar maken en komen we met verbetervoorstellen/richtingen.

Punt 1: aantal voertuigen in een parkeergarage
Een parkeergarage van 1.000 m² biedt normaliter plaats van circa 40 auto’s. Bij een geautomatiseerd systeem kunnen er op dit oppervlak wel drie maal zoveel auto’s geplaatst worden.
Omdat het advies van het IFV met betrekking tot het met sprinkler beveiligen van (half)automatische parkeersystemen niet is overgenomen gaat de situatie ontstaan dat een garage voor 50 auto’s (1.250 m²) beveiligd wordt met een VBB systeem, terwijl een garage met 120 auto’s van 1.000 m² geen beveiliging toegepast hoeft te worden.
Dit leidt tot ongewenste situaties, waardoor geadviseerd wordt om het advies van het IFV inzake de beveiliging van (semi)automatische systemen over te nemen of de criteria niet te relateren aan vierkante meters maar aan maar aan het aantal parkeerplaatsen.
Overigens wordt in het onderzoek van het IFV aangegeven dat de huidige praktijk is dat voor (semi)automatische parkeersystemen door de brandweer al een blussysteem wordt geadviseerd. In de praktijk is een dergelijk advies minder vrijblijvend dan het lijkt. Doorgaans wordt het advies van de brandweer volledig overgenomen door bevoegd gezag, waardoor een vergunning niet verleend wordt als het advies niet wordt opgevolgd. Het niet overnemen van de aanbeveling van het IFV geeft indirect aan dat de noodzaak voor deze voorziening volgens de wetgever ontbreekt.