Vroege opschaling energietransitie zeeschepen 2026-2030
Reactie
| Naam | Econowind (CEO D Koornneef) |
|---|---|
| Plaats | Zeewolde |
| Datum | 28 juli 2025 |
Vraag1
U kunt tot en met 29 juli 2025 via deze website reageren op alle onderdelen van de regeling en de toelichting. We zijn benieuwd of de regeling voor u duidelijk is, of u grote knelpunten ziet in de voorgestelde vormgeving, en of de vereisten met betrekking tot staatssteun voor u duidelijk zijn.Daarnaast zijn wij benieuwd of u van plan bent een aanvraag te doen voor deze subsidieregeling? Zo ja, voor welke aandrijflijn, en op welke termijn?
Staatssteun en planning:
Om te voldoen aan de staatssteunkaders sluiten we aan bij de Europese Richtsnoeren voor staatssteun voor klimaat- en milieubescherming (CEEAG). Na de internetconsultatie volgt een specifieke toetsing door de Europese Commissie. Dit zorgt voor enige onzekerheid over de voortgang, vanwege de variabele en soms lange doorlooptijden bij de Commissie. Het is de planning om de definitieve regeling begin 2026 open te stellen.
Meerdere subsidieregelingen verduurzaming zeevaart:
Vanaf 2026 worden er voor de zeevaart meerdere subsidieregelingen opengesteld in relatie tot klimaat- en natuurdoelstellingen. In de algemene toelichting bij de regelingstekst wordt ingegaan op de samenhang en de verschillen tussen deze regelingen. In het najaar zal een hulpmiddel op de RVO website worden gepubliceerd, dat inzicht geeft in welke regeling het meest passend is voor specifieke situaties en doelgroepen.
Econowind reply Vroege Opschaling Energietransitie Zeeschepen 2026–2030.
In de huidige marktconsultatie van de “Tijdelijke subsidieregeling vroege opschaling energietransitie zeeschepen 2026–2030” wordt windenergie uitsluitend benoemd als energiebesparende techniek in combinatie met andere aandrijflijnen.
Wij begrijpen de focus op technieken die passen binnen het eindbeeld van de energietransitie en die nog niet volledig marktrijp zijn. Juist in dat licht willen wij graag nogmaals aandacht vragen voor de positionering van windenergie binnen deze regeling.
Wind is geen energie-efficiëntiemaatregel zoals coating of rompoptimalisatie, maar een volwaardige vorm van voortstuwing. Het is een directe aandrijfbron die – net als methanol of waterstof – bijdraagt aan emissiereductie. In internationale kaders zoals de IMO Greenhouse Gas Strategy en FuelEU Maritime wordt wind expliciet erkend als alternatieve brandstof of aandrijflijn.
Wind zal onderdeel zijn van de energiemix in 2050:
+ Wind maakt toepassing van combinaties in alternatieve en conventionele brandstoffen mogelijk. Voor methanol is nog steeds toevoeging van een fossiele brandstof nodig is. Veel voor methanol geschikte schepen zullen waarschijnlijk nog vele jaren op fossiele brandstof varen. Bovendien kan wind de lagere energie coëfficiënt van alternatieve brandstoffen compenseren. Bijmenging van 5% biobrandstoffen is geaccepteerd als alternatief, alleen daarom zou de nu al hogere "brandstof" wind als voortstuwing erkend moeten worden.
+ Wind maakt andere duurzame brandstoffen rendabeler. Door de inzet van wind wordt het brandstofverbruik verlaagd, wat de businesscase van bijvoorbeeld methanol of waterstof aanzienlijk versterkt.
+ Wind levert een aantoonbaar positief rendement op. Een investering in windtechnologie genereert over een periode van 25 jaar jaarlijks groene kilowatturen, met directe emissiereductie en operationele kosten besparingen.
+ Elke stap richting verduurzaming telt. Wind is schaalbaar, emissievrij en direct toepasbaar – eigenschappen die perfect passen binnen de doelstellingen van het Klimaatfonds. Wind is groener en goedkoper als het direct in voortstuwing wordt omgezet in plaats van conversie in voortstuwing via (groene) elektriciteit, waterstof of methanol.