Wet collectieve warmtevoorziening
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Deventer
|
Datum
|
27 juli 2020
|
Vraag1
Wilt u reageren op de Wet collectieve warmtevoorziening? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden. Bij deze consultatie zijn tevens drie specifieke vragen benoemd.
Als ik de wet goed lees, mag een verbruiker (bijvoorbeeld particuliere woningeigenaar) na 5 jaar een verzoek indienen om de overeenkomst met een warmtebedrijf op te zeggen. Dat vind ik een groot nadeel aan deze wet en warmtenetten in het algemeen: er is eigenlijk weinig tot geen keuzevrijheid voor consumenten en je moet langdurige verplichtingen aangaan. Hoewel marktwerking zeker nadelen heeft, heeft een dergelijke - min of meer - monopoliepositie dat ook zeker. Vanuit het perspectief van een consument die mogelijk gebruik moet maken van een warmtenet, is dit een erg afhankelijke positie. Dat geldt onder andere voor de tariefbepaling. Daarop heeft de uiteindelijke verbruiker en dus degene die betaalt (bijvoorbeeld een particuliere woningeigenaar) volgens deze wet geen enkele invloed. De tariefbepaling is iets tussen het warmtebedrijf en de ACM. Mijn voorstel is dat een vertegenwoordiging van (potentiële) klanten van het warmtenet betrokken wordt bij de tariefbepaling, bijvoorbeeld door overleg met het warmtebedrijf om meer inzicht te krijgen in en advies te geven over het concept-tariefvoorstel en een advies van deze vertegenwoordiging aan de ACM over het tarief dat het warmtebedrijf indient zodat de ACM dat kan betrekken bij de beslissing. Wellicht kan in de wet worden opgenomen dat de gemeente waar het warmtenet is beoogd ervoor zorgt dat er een dergelijke vertegenwoordiging van verbruikers wordt ingesteld?
Vraag2
In het wetsvoorstel wordt het aangewezen warmtebedrijf integraal verantwoordelijk gehouden voor een efficiënte (betaalbare) en betrouwbare warmtelevering binnen een specifiek warmtekavel. Om die systeemverantwoordelijkheid in te kunnen vullen dient het warmtebedrijf het economisch eigendom te bezitten van tenminste het warmtenet van het collectieve warmtesysteem. De vraag luidt: onder welke voorwaarden kan de integrale verantwoordelijkheid voor de warmtelevering worden ingevuld, indien het warmtenet niet in eigendom is van het aangewezen warmtebedrijf?
Volgens mij is het beter de integrale verantwoordelijkheid onder te brengen bij een - mogelijk nieuw - onafhankelijk orgaan dat maar één belang heeft: erop toezien dat de warmtelevering betrouwbaar, efficiënt en duurzaam verloopt. Dit orgaan moet dan doorzettingsmacht hebben om maatregelen bij het warmtebedrijf of andere bij het warmtenet betrokken partijen af te kunnen dwingen.
Vraag3
In vervolg op de vorige vraag, indien het warmtenet niet in eigendom is van het aangewezen warmtebedrijf, dan zou het warmtenet van een collectief warmtesysteem in principe (ook) verzorgd kunnen worden door een netwerkbedrijf dat gelieerd is aan de publieke netbeheerder voor elektriciteit en gas. Het netwerkbedrijf dient hierbij te voldoen aan Europese regels en nationale regels voor het onafhankelijk netbeheer voor elektriciteit en gas. De vraag luidt: aan welke (aanvullende) voorwaarden zou een netwerkbedrijf moeten voldoen indien zij het warmtenet van een collectief warmtesysteem verzorgt?
Het netwerkbedrijf moet dan één belang hebben, en dat belang moet gelijk zijn aan het belang van de verbruiker, zoals een particuliere woningeigenaar. Dus het netwerkbedrijf moet bij elke beslissing zich afvragen of dit in het belang van de verbruiker is.
Vraag4
In de praktijk zullen zich situaties voor doen waarbij een nieuw warmtekavel wordt ontwikkeld naast een bestaand warmtekavel of dat naastliggende warmtesystemen naar elkaar toe groeien. In het wetsvoorstel zijn regels opgenomen over zogeheten derdentoegang van (nieuwe) bronnen tot een warmtesysteem (overgenomen uit de huidige Warmtewet). De vraag luidt: welke nadere regels voor toegang tot warmtesystemen zijn wenselijk om koppeling van warmtesystemen van verschillende warmtebedrijven mogelijk te maken?
Het mag niet leiden tot een verslechterde positie (financieel, juridisch, technisch) voor de verbruiker van het warmtenet.