Wet collectieve warmtevoorziening
Reactie
Naam
|
USG Industrial Utilities (Chemelot) (SSM Schepers)
|
Plaats
|
Stein
|
Datum
|
16 juli 2020
|
Vraag1
Wilt u reageren op de Wet collectieve warmtevoorziening? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden. Bij deze consultatie zijn tevens drie specifieke vragen benoemd.
Vanuit de industrie (Chemelot) wil ik graag reageren op artikel 6.1. Het kan namelijk zo zijn dat een fabriek nu nog restwarmte loost maar dat er wel mogelijkheden of plannen zijn om deze restwarmte een nuttige bestemming te geven binnen de fabriek (bijvoorbeeld het opwerken van restwarmte met een warmtepomp of stoomrecompressie en de stoom nuttig inzetten of hier elektriciteit van maken). Mogelijk is intern restwarmtegebruik nu nog niet interessant maar ontstaat, als gevolg van technologische ontwikellingen of veranderingen in een bestaand proces, in de toekomst wel een interessante en rendabele (TVT<5 jaar) mogelijkheid om restwarmte intern in te zetten. Wij stellen dan ook voor om onderstaande passage op te nemen in de wet: "Indien een producent van restwarmte een project kan doen om die restwarmte binnen het eigen bedrijf nuttig in te zetten, waarvan het bedrijf kan aantonen dat dit project een terugverdientijd van kleiner dan 5 jaar heeft, dan is die producent niet verplicht de levering van restwarmte aan warmtebedrijf te starten of voort te zetten, tenzij het warmtebedrijf een vergoeding voor de energieinhoud geeft waardoor de interne restwarmteproject een terugverdientijd van groter dan 5 jaar zou krijgen.”
Vraag2
In het wetsvoorstel wordt het aangewezen warmtebedrijf integraal verantwoordelijk gehouden voor een efficiënte (betaalbare) en betrouwbare warmtelevering binnen een specifiek warmtekavel. Om die systeemverantwoordelijkheid in te kunnen vullen dient het warmtebedrijf het economisch eigendom te bezitten van tenminste het warmtenet van het collectieve warmtesysteem. De vraag luidt: onder welke voorwaarden kan de integrale verantwoordelijkheid voor de warmtelevering worden ingevuld, indien het warmtenet niet in eigendom is van het aangewezen warmtebedrijf?
nvt
Vraag3
In vervolg op de vorige vraag, indien het warmtenet niet in eigendom is van het aangewezen warmtebedrijf, dan zou het warmtenet van een collectief warmtesysteem in principe (ook) verzorgd kunnen worden door een netwerkbedrijf dat gelieerd is aan de publieke netbeheerder voor elektriciteit en gas. Het netwerkbedrijf dient hierbij te voldoen aan Europese regels en nationale regels voor het onafhankelijk netbeheer voor elektriciteit en gas. De vraag luidt: aan welke (aanvullende) voorwaarden zou een netwerkbedrijf moeten voldoen indien zij het warmtenet van een collectief warmtesysteem verzorgt?
nvt
Vraag4
In de praktijk zullen zich situaties voor doen waarbij een nieuw warmtekavel wordt ontwikkeld naast een bestaand warmtekavel of dat naastliggende warmtesystemen naar elkaar toe groeien. In het wetsvoorstel zijn regels opgenomen over zogeheten derdentoegang van (nieuwe) bronnen tot een warmtesysteem (overgenomen uit de huidige Warmtewet). De vraag luidt: welke nadere regels voor toegang tot warmtesystemen zijn wenselijk om koppeling van warmtesystemen van verschillende warmtebedrijven mogelijk te maken?
nvt