Wet betaalbare huur

Reactie

Naam Landelijke Waterwoon Organisatie (LWO) (M. Noordhoek)
Plaats Utrecht
Datum 23 maart 2023

Vraag1

Wat is uw achtergrond? Reageert u bijvoorbeeld als particulier, als huurder, als vastgoedeigenaar, als verhuurder, als belegger, namens een onderneming, namens een organisatie, of iets anders?
Namens de Landelijke Waterwoon Organisatie (LWO) die de belangen behartigt van allen die op het water wonen.

Vraag2

Wat vindt u van het wetsvoorstel betaalbare huur en de onderliggende besluiten?
De Landelijke Waterwoon Organisatie (LWO) behartigt de belangen van de circa 30.000 inwoners van Nederland die op het water wonen in een drijvend woongebouw of een varende woonboot.
Deze drijvende woningen liggen op een ligplaats, boven en aan grond die in een groot aantal gevallen wordt gehuurd van een overheid.
Sinds 1 juli 2022 geldt voor huurders van ligplaatsen voor drijvende woongebouwen en varende woonboten een gelijkwaardige huurbescherming als voor huurders van woningen op de wal. De overeenkomst tot huur van een ligplaats wordt gezien als huur van woonruimte.
In onderhavige wetsvoorstel mist de LWO de huurprijsbescherming voor ligplaatsen voor drijvende woongebouwen en varende woonboten.
Huurprijsbescherming is onlosmakelijk verbonden aan huurbescherming, huurprijsbescherming maakt deel uit van deze rechtsbescherming. Ook de huurprijs van ligplaatsen dient daarom te worden gereguleerd.
De LWO constateert dat verhuurders van ligplaatsen nog altijd ongebreideld en ongeclausuleerd huurverhogingen doorvoeren, waartegen de huurder weinig of niets kan doen. Zelfs al zou het technisch kunnen, er is een beperkt aantal ligplaatsen, er bestaan geen ‘vrije ligplaatsen’. Bovendien staat wet- en regelgeving in de weg aan verplaatsing van een drijvende woning naar ‘elders’.
De huurder is dus gedwongen om de huurverhoging te accepteren.
Regel daarom ook huurprijsbescherming voor iedereen die ‘in’ een ligplaats woont.