Wet betaalbare huur

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 24 maart 2023

Vraag1

Wat is uw achtergrond? Reageert u bijvoorbeeld als particulier, als huurder, als vastgoedeigenaar, als verhuurder, als belegger, namens een onderneming, namens een organisatie, of iets anders?
Wij zijn bang dat door de huurprijsbeperkingen ons investeringen niet meer kunnen terugverdienen en dat dit zal leiden tot een vermindering van het aanbod van huurwoningen in het middensegment. Dit zou op de lange termijn leiden tot een nog grotere krapte op de woningmarkt!

Discussie over de vraag of het wetsvoorstel voldoet aan de grondwettelijke eisen, zoals het recht op eigendom. Sommigen betogen dat de voorgestelde maatregelen een inbreuk maken op het eigendomsrecht van verhuurders.
hoe de wet uiteindelijk gaat worden zal bepalen om rechtelijke proces wel of niet te gaan starten. in elk geval heeft wet geen zachte overgang waardoor beleggers veelal op hun strot wordt geduwd met dwang van.

het is belangrijk dat nieuwe woningen komen is zogenaamde wens maar hiermee creëert men onstabiele woning markt. nieuwe vrijesector woningen zullen hierdoor 2x zo duurder worden omdat het schaarser worden.

De beoogde middehuur woningen zullen het niet redden met inkomsten uit huur waardoor ze verkocht zullen worden dit zal toch enorme verliezen leiden bij ook redelijk gewone burgers die gespaard of geleend hebben gezet hebben in verhuur appartementen !
Met deze wet raak je de grote investeerders niet helemaal die zijn toch gedekt via hun VPB bv en etc structuur!!
Er wordt weer gemikt op kleine spaarder.

Vraag2

Wat vindt u van het wetsvoorstel betaalbare huur en de onderliggende besluiten?
Maar alle daarnaar verrichte onderzoeken, inclusief de onderzoeken waar de Minister zelf om heeft gevraagd, laten zien dat de Wbh de gewenste toename van het aantal midden huurwoningen juist in de weg zit, omdat bij de gedwongen huurverlaging onvoldoende rekening wordt gehouden met de belangen van de verhuurder. Dat komt doordat de huren in veel gevallen te laag uitpakken en de Minister daar niet alleen geen oog voor heeft maar er ook geen enkele remedie voor biedt. Het gevolg daarvan is veel verhuurders gedwongen worden hun woningen te verkopen en dat het heel lastig zal zijn om nieuwbouw rendabel te realiseren. Anders gezegd: de Minister heeft wel oog voor de ‘aaibare’ en maatschappelijk ongetwijfeld breed gedragen wens tot lagere huren op de korte termijn, maar heeft veel te weinig oog voor de veel minder ‘aaibare’ belangen van de verhuurder en de ongewenste maatschappelijke gevolgen daarvan op de langere termijn: een blijvend tekort aan betaalbare huurwoningen. De Wbh staat daardoor in zijn huidige vorm op gespannen voet met het door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens beschermde eigendomsrecht. Er zijn goede hierboven genoemde oplossingen voorhanden om dat te voorkomen. De Minister doet er verstandig zijn wetsontwerp te voorzien van dergelijke oplossingen. Doet hij dat niet, dan loopt de Staat niet alleen het risico dat de wet onverbindend wordt verklaard, maar ook dat de Staat jegens gedupeerde woningverhuurders schadeplichtig is als gevolg van onrechtmatige wetgeving. De financiële gevolgen daarvan zullen dan worden afgewenteld op alle belastingplichtigen in ons land. Ook dat is ongewenst.