Wet financiering kinderopvang
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Utrecht
|
Datum
|
21 oktober 2025
|
Vraag1
U kunt reageren op het gehele wetsvoorstel.
1. Door kinderopvang aan te merken als een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB) worden instellingen onderworpen aan een maximaal winstpercentage voor de basisdienst (de opvang zelf). Voor aanvullende diensten - zoals extra activiteiten of warme maaltijden - geldt deze beperking vermoedelijk niet. Hierdoor kan een prikkel ontstaan om ouders te bevoordelen die dergelijke extra’s afnemen, wat kan leiden tot een vorm van ‘eliteopvang’ waarin kinderen van draagkrachtige ouders voorrang krijgen.
2. Niet-gesubsidieerde opvang blijft mogelijk, maar onduidelijk is of het maximumuurtarief ook geldt voor ouders die zelf de volledige kosten dragen. Evenmin is duidelijk of winst uit niet-gesubsidieerde opvang meetelt bij het winstplafond van een houder. Als dat niet zo is, kunnen vermogende ouders hogere tarieven betalen om voorrang te krijgen, wat eveneens ongelijkheid in de hand werkt.
3. Toezicht op kinderopvangondernemers is nieuw terrein voor de beoogde uitvoeringsorganisatie, de Dienst Toeslagen. Indien de controle op daadwerkelijk geleverde opvanguren niet zorgvuldig wordt ingericht, ontstaat risico op misbruik van subsidiegelden. In België wordt aanwezigheid bijvoorbeeld geverifieerd via QR-codes; vergelijkbare maatregelen ontbreken in de huidige toelichting.
4. De arbeidseis is onduidelijk. In de huidige formulering lijkt één uur arbeid, studie of ondernemerschap per maand voldoende om aanspraak te maken op 230 uur gesubsidieerde opvang. Dit kan leiden tot een forse aanzuigende werking, extra druk op de sector en langere wachtlijsten. Daarnaast bestaat het risico dat ouders en houders samenwerken om onterecht subsidie te ontvangen.
5 . Hoewel het systeem in opzet rechtvaardig lijkt, rijst de vraag of het wenselijk is dat ook zeer vermogende ouders recht krijgen op vrijwel kosteloze opvang. Het voorstel levert vooral een voordeel op voor midden- en hogere inkomens: hun eigen bijdrage daalt van 51,6% naar 7,5%, goed voor circa €13.000 per jaar.
6. Wanneer verwacht wordt dat alle ouders hierdoor meer gaan werken, geldt dit eveneens voor vermogende ouders, waardoor inkomensverschillen verder toenemen.
7. Tot slot gelden de voorwaarden aan ouders - zoals arbeidseis en ouder-kindrelatie - enkel vooruit. Terugvorderingen behoren daarmee tot het verleden, wat onbedoeld kan aanzetten tot het bewust aanvragen van onterechte subsidies.