wetsvoorstel versterking bestrijding computercriminaliteit

Reactie

Naam Rabobank International (ing. R.H.B. van Uden)
Plaats Heusden
Datum 8 augustus 2010

Vraag1

Heeft u opmerkingen bij het wetsvoorstel?
Als u reageert wordt u verzocht uw commentaar helder en beknopt te formuleren en te voorzien van een duidelijke motivering.
Op 23 juni 2009 heb ik een brief aan Hare Excellentie en aan Mevrouw dr. G. ter Horst gestuurd met daarin een geluidsopname van een intimiderend gesprek dat ik heb gevoerd met een projectontwikkelaar die al mijn bezittingen wil afnemen naar aanleiding van mijn vraag aan het presidium over zijn aankoop van vastgoed met voorkennis uit de raad. Zijn dochter zit in de gemeenteraad. Dit gesprek staat op http://www.blaap.org
In het nieuwe wetsvoorstel computercriminaliteit staat het volgende: "Het verbod op het afluisteren, aftappen of opnemen van vertrouwelijke gesprekken wordt verruimd. Nu is alleen het stiekem opnemen van gesprekken tussen anderen strafbaar. Straks geldt het verbod ook als de dader zelf deelneemt aan het gesprek dat hij opneemt." Heeft deze nieuwe wet ook betrekking op een opgenomen gesprek uit 2009?
Betreft: verantwoordelijk burgerschap
Hooggeachte Mevrouw,
U heeft tijdens een persconferentie de volgende mooie worden gebruikt en ik ben zo vrij deze woorden te citeren. “De maatschappelijke spelregels zijn niet voor iedereen duidelijk. De mensen lopen op tegen vervreemding en vergroving van de omgangsvormen.” In een brief aan het presidium van de gemeente Heusden heb ik om opheldering gevraagd inzake de verweven belangen van raadslid van der Heijden en van der Heijden B.V.. In plaats van een antwoord van de gemeente kreeg ik een bezoek van vastgoed speculant Louis van Heijden wiens dochter in de gemeenteraad zit. Meneer van der Heijden klonk als door een adder gebeten. Ik citeer hem “Ik stuur morgen een advocaat op jou af en ik neem jou alles af!” De intimidatie herhaalde zich nog twee keer tot 22:15 uur toe. Op deze link kunt het intimiderende betoog beluisteren. http://blip.tv/file/get/Jojo1234-louis321.mp3
Belangenverstrengeling tussen raadsleden en het bedrijfsleven wordt beschreven in de gedragscode voor raadsleden op grond van Gemeentewet art. 15 lid 3 jo VodS art. 9. Een raadslid krijgt als eerste de toekomstige bestemmingsplannen in te zien. Denkt u ook dat iedere vorm van verweven belangen van raadsleden met het bedrijfsleven vermeden zouden moeten worden? Het is toch volledig terecht dat ik hier opheldering over vraag? Dient het college van Burgemeester en Wethouders niet iedere vorm van verwevenheid met het bedrijfsleven te vermijden?

Bijlage