Wijziging van de Participatiewet in verband met het op onderdelen in balans brengen van de wet tussen bestaanszekerheid, re-integratie en handhaving
Reactie
Naam | Stroomopwaarts (mr. W.A. Kremer) |
---|---|
Plaats | Maassluis |
Datum | 23 mei 2023 |
Vraag1
Ter internetconsultatie ligt het algemene deel van de Memorie van Toelichting, een concept-wettekst en daarbij behorende artikelsgewijze toelichting.U kunt reageren op alle onderdelen.
Ik reageer graag op het nieuwe artikel 31, tweede lid onder m: giften.
Met het huidige tekstvoorstel wordt mijns inziens miskent dat in het kader van de Participatiewet het vaststellen van wat een gift, een middel of een kostenbesparing is, ingewikkelde materie is. Hoewel de Memorie van toelichting stelt dat het juridisch kader verandert, zodat een tas met boodschappen voortaan ook als gift kan worden aangemerkt, zie ik dit niet terug in de wettekst. De nieuwe tekst van artikel 33 biedt mijns inziens onvoldoende aanknopingspunten om voortaan kostenbesparingen aan te merken als gift.
Het zou duidelijker zijn als de definitie van een gift wordt vastgelegd in de wet.
Daarnaast mist naar mijn mening een aanpassing van het middelenbegrip wanneer er sprake is van een lening. Een lening, zelfs als die aantoonbaar wordt terugbetaald, moet onder de huidige wet worden aangemerkt als een middel (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:CRVB:2023:562 en ECLI:NL:CRVB:2023:395). Het wetvoorstel verandert daar niets aan.
Dat maakt dus dat wanneer iemand die € 100,00 aan een gift ontvangt, dit geen gevolgen heeft voor de hoogte van de bijstand terwijl wanneer iemand € 100,00 aan lening ontvangt de bijstand € 100,00 lager wordt vastgesteld.
Een lening niet als middel aanmerken draagt mijns inziens bij aan het doel van de wetswijziging.