Wetsvoorstel personeelsbehoud bij crisis
Reactie
Naam
|
Corporatum Debitum Consilium (H Jagerman)
|
Plaats
|
Mol (B)
|
Datum
|
17 mei 2024
|
Vraag1
U kunt reageren op het gehele wetsvoorstel.
Het beoogde wetsvoorstel heeft wel een risico in zich waarvoor, zoals het lijkt, geen oplossing is opgenomen.
Ondanks de mogelijkheid van NOW steun aan ondernemers bleek deze in de praktijk niet voor alle ondernemers voldoende te zijn om de gevolgen van de corona crisis te overleven. De oorzaak was niet altijd een, in de kern, financieel ongezonde onderneming. De lange duur van (volledige) sluiting, vrijwillig vertrokken personeel en langzaam herstel na de crisis waren vaak de oorzaak dat het bedrijf niet kon worden voortgezet.
Het wetsvoorstel zal goed functioneren als na 2, 4 - 6 maanden de gewone bedrijfsactiviteiten weer kunnen worden opgepakt en het personeel weer volledig kan werken en de loonbetaling 100 % is van het overeengekomen loon.
Maar wat als tijdens de crisis of in de eerste maande daarna, de onderneming alsnog failliet gaat. Hoe wordt dan het loon bepaald voor de WW en als, in de laatstee 13 weken het loon niet of niet volledig is uitbetaald hoe is het dan geregeld met het door het UWV te betalen loon vanuit de loongarantie regeling bij betalingsonmacht?
De regel is dat de hoogte van de WW wordt bepaald aan de hand van het laats verdiende loon. Maar bij een langdurige werktijdverkorting, zal het laats verdiende loon dus lager zijn.
Er ontstaat hier dus een rechtsongelijkheid voor de werknemer wiens bedrijf alsnog failliet gaat opzichte van werknemers van wie het bedrijf blijft bestaan en voor werknemers die gedurende een langere periode weer loon voor 100 % krijgen en waarvan de onderneming, later alsnog failliet gaat.
Ter bescherming van de werknemers, met name die door de werktijdverkorting op of rond het minimumloon terecht komen zou een bepaling dat bij een eventueel faillissement de loongarantieregeling en WW worden berekend op basis van het oorspronkelijke 100% loonbedrag.