Wetsvoorstel tot wijziging van de re-integratieverplichtingen in het tweede ziektejaar bij werknemers van kleine en middelgrote werkgevers
Reactie
Naam
|
Dhr J.M. Willems
|
Plaats
|
Krimpen aan den IJssel
|
Datum
|
14 oktober 2023
|
Vraag1
Geen specifieke vraagstelling. U kunt reageren op alle onderdelen.
Ik werk in de re-integratie als arbeidsdeskundige. Een groot deel van mijn werk is advisering rond het eerste ziektejaar.
Bij veel aandoeningen duurt herstel vaak meer dan een jaar. Hierbij denk ik met name aan kanker (soms is na een jaar net de chemo afgelopen), maar ook aan long covid of een herseninfarct. Door de oplopende wachttijden blijven helaas werknemers vaak ook langer ziek. Als de werkgever zelf mag kiezen of de functie beschikbaar blijft, dan heeft dit grote impact op mensen de eerder genoemde patientengroepen. Een jaar is vaak te weinig om te re-integreren na kanker. Operatie, chemo en bestraling neemt snel een jaar in beslag. Dit is mijnsinziens een groep die beschermt dient te worden.
Het alternatief is dat de bedrijfsarts beoordeeld of herstel aannemelijk is. Dit zou theoretisch kunnen, maar ik zie het niet in de praktijk werken. De bedrijfsarts heeft geen glazen bol moet er dus bijna altijd rekening mee houden dat er misschien nog herstel komt. Het UWV kan hier vanwege de drukte ook geen rol in spelen.
Er is een kleine groep werknemers waarbij herstel echt uitgesloten is, maar daar hebben de werkgevers niet zoveel last van, omdat ze dan al weten dat iemand niet terugkomt. Ik denk dat het hierom zeer moeilijk is om echt een wet te creeeren waar niet een grote groep werknemers mee benadeeld wordt, maar waar de werkgever wel echt wat aan heeft.
Overigens is het probleem dat deze wetgeving probeert op te lossen mijnsinziens met name een probleem voor leidinggevende rollen en bij hoger opgeleiden op sleutelposities. In deze rollen heeft uitval met name een grote impact op de organisatie en zoekt een werkgever graag een permanente vervanger. Mogelijk kan wetgeving op deze groep inzoemen, bijvoorbeeld door de werkgever de optie te geven een ander passend werk beschikbaar te houden indien hiermee tenminste 65% van het loon verdiend kan worden.