Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Tilburg
|
Datum
|
13 juli 2023
|
Vraag1
U kunt reageren op alle onderdelen.
Op zich goed dat er enige differentiatie wordt voorgesteld tussen de verschillende werknemers met een flexibel contract (studenten/scholieren versus andere werknemers). Er zijn echter veel meer werknemers voor wie het flexcontract slechts een bijbaantje is voor wanneer het hen uitkomt.
Voor het overige ademt het wetsvoorstel alleen maar een sfeer van totale afhankelijkheid en hulpeloosheid van de werknemer met een flexibel contract. Alsof de gemiddelde werkgever de grote boeman is bij wie een flexwerker geen gesprek kan voeren over toekomstperspectieven, zekerheid m.b.t. het te werken aantal uren/inkomen e.d. Alsof die flexwerker niet zijn interesse kenbaar kan maken voor vacatures met meer zekerheid bij zijn werkgever. Alsof de werknemer niet in staat is zijn knopen te tellen bij een werkgever en de conclusie kan trekken op zoek te moeten gaan naar een baan met meer zekerheid.
Zet zo nodig in op het mondiger/weerbaarder maken van de werknemer zodat hij de regie kan voeren over zijn werkzame leven, maar val de werkgevers niet lastig met de zoveelste verandering sinds 2015 (Wet Werk en Zekerheid).
Een 0-urencontract mag in dit voorstel niet meer, wel een contract van (minimaal) 1 uur per jaar (art. 7: 628aa nieuw). Daar zal de flexwerker veel inkomenszekerheid uit kunnen halen en regering en parlement eeuwig dankbaar voor zijn.
Drie verschillende mogelijkheden voor flexcontracten: jaarurennorm, basiscontract (min-max) en voor scholieren/studenten. Dat zal voor de gemiddelde kleine werkgever niet goed hanteerbaar zijn. Het arbeidsrecht is al te complex voor de kleine(re) werkgever; wanneer wordt er eens rekening gehouden met uitvoerbaarheid en begrijpelijkheid voor die groep werkgevers. Die groep heeft geen dure adviseurs die hen door dit soort veranderingen kunnen loodsen. De grotere werkgevers hebben vaste adviseurs die hen op de risico’s wijzen, alsmede op alternatieven (uitzendbureau’s, zzp’ers).
En in de tussentijd wordt een wezenlijk probleem op de arbeidsmarkt, de in vergelijking met ons omringende enorme hoeveelheid schijnzelfstandigen, onopgelost. Terwijl die situatie niet alleen leidt tot schrijnende situaties bij werkloosheid of ziekte (waarvan je nog kunt zeggen dat ze daar zelf voor kiezen), maar ook tot uitholling van het sociaal zekerheidsstelsel door het niet afdragen van premies werknemersverzekeringen en pensioenpremies.
Van de andere kant: het wetsvoorstel is mooi voor mij als arbeidsrecht advocaat; werk aan de winkel.