Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten

Reactie

Naam Reactie op persoonlijke titel (Mr. F.J. IJspeerd FJ IJspeerd)
Plaats Gouda
Datum 3 september 2023

Vraag1

U kunt reageren op alle onderdelen.
Geachte wetgever,

Allereerst mijn waardering voor uw voornemen om de rechtspositie van uitzendkrachten te versterken.

Volgens mij kan de rechtspositie van de uitzendkracht nog meer worden versterkt als de volgende drie zaken nog nader worden uitgewerkt in het definitieve wetsvoorstel:
1. weer terug naar de tot 1995 geldende 26-wekeneis-uit-52-wekeneis in plaats van nu de nu geldende 26-wekeneis uit-36-wekeneis en;
2. naast de Arbeidsinspectie die toeziet op gelijke behandeling in arbeidsvoorwaarden, ook in de wet op te nemen een ontslagbescherming voor uitzendkrachten die over ongelijke behandeling klagen bij de inlener en/of het uitzendbureau + een mogelijkheid om zich, alvorens tot de kantonrechter te kunnen wenden, tevens de mogelijkheid in de wet op te nemen dat er een rol is weggelegd voor het College voor de Rechten van de Mens, net zoals dat nu al mogelijk is voor zwangere vrouwen en andere klagers over ongelijke behandeling en;
3. in de WW en in de PW op te nemen dat als een aanvraag WW bij UWV is ingediend respectievelijk een aanvraag PW levensonderhoud bij de sociale dienst, dat er voor UWV en de sociale dienst een doorzendplicht naar elkaar geldt als de aanvraag wordt afgewezen. De ingangsdatum van een eventueel WW-recht is dan de datum dat de aanvraag is ingediend bij de sociale dienst die de PW-aanvraag doorstuurt naar het UWV (WW als voorliggende voorziening op de PW). Als UWV de WW-aanvraag afwijst en de WW-aanvraag doorzendt naar de sociale dienst om te worden behandeld als aanvraag PW-levensonderhoud, dan geldt als ingangsdatum van de PW-uitkering de aanvraagdatum WW-uitkering.

U kunt rekenen op mijn bijdrage ter uitwerken van bovenstaande drie versterkingen in het definitieve wetsvoorstel.

Met vriendelijke groet,

Mr. F.J. IJspeerd
tel. 06 - 43 44 93 51
e-mail: fjijsp@caiway.nl