Wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag 2023
Reactie
Naam
|
MSc G.C. Ambachtsheer
|
Plaats
|
Hardinxveld-Giessendam
|
Datum
|
16 maart 2022
|
Vraag1
U kunt reageren op alle onderdelen.
Uit de tekst van de voorgenomen wijziging blijkt op geen enkele inhoudelijke manier waarom a. 'versteviging van toezicht' op gastouderopvang nodig is (anders dan 'het kabinet acht het wenselijk') en b. waarom dit specifiek voor gastouderopvang geldt en niet voor kindercentra? De genoemde 'uitschieters naar beneden' zullen er zeker ook bij kindercentra zijn. Deze wijziging lijkt op een verkapte aanzet tot het toewerken naar een vrijwel onbeperkte (en zeer goedkope) opvang in een centrum (centrum = niet persoonlijk, minder aandacht, meer wisselende gezichten, meer gedoe voor de ouders t.o.v. gastouderopvang) en het stap voor stap onaantrekkelijker maken van gastouderschap. Alleen al vanwege het gebrek aan argumentatie verzoek ik om om deze wijziging te herzien.
Aanvullend nog een opmerking over het loslaten van de urennorm: inhoudelijk brengt dit het maatschappelijke risico met zich mee dat ook ouders die nauwelijks werken, in de 'verleiding' komen om in plaats van verantwoordelijkheid te nemen voor hun kroost, ze elders onder te brengen voor een kleine 10 uur per dag, 5 dagen lang. Ik mis elke vorm van impactanalyse hiervan in dit voorstel. Daarbij wordt ook geen alternatief benoemd voor het zeer beperkte aantal gevallen (wij hebben een belastingadviespraktijk en begeleiden ook kinderopvangtoeslag-situaties) waarin de urennorm inderdaad lastig kan zijn: betere begeleiding vanuit de Toeslagendienst, betere communicatie bij het aanvraag-stuk van de toeslag gericht op mensen met wisselende urenhoeveelheden. Desnoods coulance, of een iets bredere norm (is al opgerekt naar 140%). Tenslotte komt het bizar over dat op de laatste pagina van het IAK enerzijds de begrote 100 miljoen aan extra kosten vanwege het loslaten van de urennorm (een bedrag wat op de langere termijn waarschijnlijk aanzienlijk hoger uit gaat vallen) 'door de coalitie ter beschikking is gesteld' maar dat de veel kleinere kostenpost van 6,4 miljoen, nota bene een gevolg van een specifieke coalitiewens, direct moet worden gefinancierd uit het KOT deel m.b.t. de gastouderopvang.