Wijziging Besluit kwaliteit kinderopvang in verband met het versoepelen van de drie-uursregeling en de mogelijkheid tot afwijking van het vaste gezicht criterium

Reactie

Naam A Lam
Plaats Alkmaar
Datum 20 november 2022

Vraag1

U kunt reageren op zowel de regeling als de toelichting.
De insteek van dit wijzigingsvoorstel lijkt "als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan" te zijn.

Ik snap wel dat bij een gebrek aan capaciteit concessies aan de kwaliteit moeten worden gedaan, maar is de overheid wel de juiste partij om keuzes op dit detailniveau te maken? Een logischer rolverdeling lijkt mij dat de overheid kwaliteitseisen stelt aan de uitvoerenden zelf, dus eist dat die de juiste achtergrond hebben om verantwoord invulling te geven aan hun taak, en bij capaciteitsproblemen de aandacht richt op de oorzaken in plaats van de gevolgen.

Zoiets als het vaste gezicht criterium is dermate belangrijk dat daar geen Besluit van bovenaf voor nodig is. Uitvoerenden met de juiste achtergrond laten het ook zonder juridisch voorschrift echt wel uit hun hoofd om zonder noodzaak van dit criterium af te wijken.

Een slimme overheid beperkt zich tot keuzes die uit de aard der zaak niet op een lager niveau kunnen worden gemaakt. Hoe minder afleiding van de hoofdlijnen, hoe beter het zicht op die hoofdlijnen en hoe meer tijd er is om de regelgeving goed te doordenken. En hoe meer ruimte de uitvoerenden hebben om de details zelf in te vullen, hoe beter zij in staat zijn om maatwerk te leveren. (En hoe kleiner de gevoelde kloof tussen burger en politiek is.)

Kortom, ik heb geen inhoudelijke mening over dit voorstel maar zie hierin wel een aanleiding voor de opstellers om bij zichzelf te rade te gaan waar het Besluit kwaliteit kinderopvang nou precies over moet gaan. Als het bij de huidige personeelskrapte nodig blijkt de regels te versoepelen, dan is daarmee gezegd dat ook bij voldoende personeel die regels onnodig strak zijn en dat er misschien nog wel meer op detailniveau is geregeld wat in de praktijk niets toevoegt of zelfs averechts werkt.

Terzijde: in de kindertijd wordt de basis gelegd voor hoe de latere volwassene in de samenleving gaat functioneren. Alle reden om mensen die in de kinderopvang (of in het onderwijs) werken een iets hoger plekje op de welvaartsladder te gunnen dan mensen in niet-vitale beroepen. Ik mis in het overheidsbeleid financiële prikkels om op belangrijke keuzemomenten in het leven de maatschappelijke waarde van de ene of juist de andere keuzemogelijkheid mee te wegen.