Wijziging van de Regeling bodemkwaliteit in verband met periodieke actualisatie
Reactie
Naam
|
Gemeente Sittard-Geleen en Limburgse werkgroep bouwstoffen en grondstromen (L.J.J. Martens)
|
Plaats
|
Geleen
|
Datum
|
30 augustus 2017
|
Vraag1
Heeft u opmerkingen op de voorgenomen wijzigingen van de Regeling bodemkwaliteit en nota van toelichting?
Met betrekking tot Rbk, art. 4.2.2 bestaat nog steeds een verschil tussen de toetsing van grond en van baggerspecie. Omdat bij de toetsing van waterbodem de individuele stoffen worden meegenomen in de N,T-toets en bij landbodem alleen de somparameters kan het voorkomen dat schone landbodem niet gelijk is aan schone waterbodem. Dit is ongewenst. Schoon zou schoon moeten zijn.
Met betrekking tot Rbk, Bijlage C, voetnoot 1, nota van toelichting. In de NvT wordt aangegeven welke werkzaamheden kritisch zijn en welke niet. Zo is bijvoorbeeld het nemen van grondmonsters kritisch (meester) en het zetten van grondboringen niet (kan ook door gezel). Bij SIKB protocol 1001 ontstaat hier echter een spagaat. De grondboorder boort de partij en neemt (in de standaardsituatie) een greep per halve meter. Die grepen wordt alternerend over twee monsteremmers verdeeld. Dat toevoegen aan de emmer is echter formeel de actie van ‘het nemen van een grondmonster’. Zou dit telkens door de erkende veldwerker gedaan moeten worden dan is er geen meerwaarde voor het inzetten van een gezel.