De SVVE wordt op de volgende punten en om de volgende redenen gewijzigd:
1. Monumenten:
Monumenten kunnen moeilijk voldoen aan een aantal eisen in de huidige SVVE regeling omdat deze niet of in beperkte mate toepasbaar zijn op monumenten. Zo hebben veel monumenten geen spouwmuur of mag er geen HR++ glas of buitengevelisolatie worden aangebracht vanwege de monumentale waarde. Ook kan het voorkomen dat de bouwtechnische aard van het monument toepassing van bepaalde isolatiepakketten onmogelijk maakt. Om de SVVE toegankelijker te maken voor monumenten worden voor monumenten de minimale isolatiewaarden verlaagd en wordt ook subsidie gegeven op voorzetbeglazing.
2. Bonus voor biobased isolatiemateriaal:
Er wordt een bonus voor biobased, milieuvriendelijke isolatiematerialen ingevoerd. Het is al mogelijk om te isoleren met biobased isolatiematerialen en hiervoor subsidie te krijgen. Biobased isolatiematerialen hebben gemiddeld echter een hogere kostprijs dan reguliere isolatie. Dit kan voor aanvragers een reden zijn om te kiezen voor een minder milieuvriendelijk alternatief en voor bedrijven om geen biobased isolatiemateriaal op te nemen in hun pakket. Met een subsidiebonus kan zowel de vraag als het aanbod worden gestimuleerd. Hiermee wordt uitvoering aan de motie van de leden Boulakjar en Bromet gegeven, over het bevorderen van biobased isolatiemaatregelen.
3. Uitbreiding subsidie voor adviezen die nodig zijn voor verduurzaming:
De subsidie voor energieadvies en Duurzaam meerjaren onderhoudsplan (DMJOP) binnen de SVVE wordt aangepast en uitgebreid. Advies en begeleiding is namelijk van essentieel belang voor het starten en slagen van verduurzamingsprojecten van verenigingen. Met deze wijziging wordt het mogelijk om subsidie aan te vragen voor diverse onderzoeken die de vereniging van belang acht om te komen tot een besluit voor verduurzaming van het gebouw, zoals energieadvies, flora- en fauna onderzoek, ventilatie-onderzoek en asbestonderzoek. Ook procesbegeleiding tot aan de definitieve besluitvorming van de vereniging wordt subsidiabel. Bovendien worden de subsidiebedragen voor adviezen verhoogd. De percentages worden echter verlaagd van 75% naar 50% omdat er minder voorwaarden worden gesteld en ook meer ondersteunende onderzoeken subsidiabel zijn die niet direct leiden tot verduurzaming (zoals asbestonderzoek), maar wel onderdeel kunnen zijn van het verduurzamingsproces.
4. Oplaadpuntenadvies en basislaadinfrastructuur:
De subsidie voor oplaadpuntenadvies wordt verlengd tot en met 31 december 2027 en bovendien uitgebreid met subsidie voor het realiseren van de basislaadinfrastructuur die nodig is om alle parkeerplaatsen van een oplaadpunt te voorzien. Zo kan de vve toekomstbestendig zijn voor elektrisch rijden. In het regeerakkoord is afgesproken dat uiterlijk 2030 alle nieuw verkochte auto’s in Nederland emissieloos zijn. In praktijk betekent dit dat het aandeel elektrische auto’s de komende jaren flink zal toenemen. Om in de laadbehoefte van deze auto’s te voorzien moeten ook de parkeerplaatsen van vve’s worden voorzien van oplaadpunten. Sinds 2022 kunnen vve’s vanuit de SVVE al subsidie krijgen voor een oplaadpuntenadvies. Uit een enquête blijkt dat de subsidie en het advies een positief effect hebben op de besluitvorming binnen een vve. De benodigde investeringen door de vve voor een toekomstgerichte laadinfrastructuur vormen echter nog een belemmering. Met een subsidie wordt deze belemmering voor de vve’s voor een deel weggenomen waarmee de realisatie van de oplaadpunten een versnelling krijgt.
5. Terrasdaken: versoepeling subsidievoorwaarde dakisolatie
Voor gebouwen met een groot oppervlak aan dakterrassen en balkons boven de woningen, wordt het met deze wijziging mogelijk om af te wijken van het vereiste dat 70% van het gehele dak moet worden geïsoleerd. Het volledig isoleren van de hoofd- en de nevendaken in de bestaande thermische schil van het gebouw volstaat dan. Voor zulke gebouwen geldt vaak dat verduurzaming van die dakterrassen en balkons slechts tegen disproportioneel hoge kosten kan worden uitgevoerd. In de praktijk betekent dit dat er dan geen dakisolatie wordt toegepast.
6. Energieadviseurs:
De diplomering voor vernieuwde Energieprestatieopleidingen is gewijzigd, waardoor energieadviseurs binnen de SVVE een diploma moeten hebben volgens de ‘BRL 9500-MWA-W’. Tot 1 juli 2024 is er sprake van een overgangsperiode waarbij het oude diploma ook nog wordt geaccepteerd.