Wijziging Urm zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn 2018-2021
Reactie
Naam
|
KAVB (ir. Peter Knippels)
|
Plaats
|
Hillegom
|
Datum
|
5 september 2019
|
Vraag1
Op alle onderdelen van de wijzigingsregeling kan een reactie worden gegeven.
In de ‘Ontwerpregeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 18 juli 2019, nr. WJZ/ 19085872, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet in verband met de implementatie van het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn’ worden in hoofdstuk 3, paragraaf 3, in artikel 30 de nieuwe fosfaatbemestingsnormen beschreven. Voor het berekenen van deze normen is uitgegaan van een nieuwe berekeningsmethodiek. De nieuw berekeningsmethode leidt in de praktijk voor de bloembollenteeltbedrijven tot een verlaging van de bemestingsnormen. De KAVB, de belangenbehartiger van bedrijven in de bloembollensector, kan zich niet vinden in de gevolgde werkwijze en in de nieuwe fosfaatbemestingsnormen. Op de eerste plaats constateren wij dat deze nieuwe normen berekende normen zijn, waarbij niet gekeken is naar de praktijk. Met name voor de teelt van bloembollen op de duinzandgronden in Noord- en Zuid-Holland was al sprake van een lage norm. Een te lage norm voor de teelt van kwalitatief goede bloembollen. Op de tweede plaats is de laatste jaren meer bekend geworden over de herkomst van de normoverschrijdingen voor fosfaat in het oppervlaktewater in de gebieden met duinzandgronden in Noord- en Zuid-Holland. Nu blijkt dat de overschrijdingen voor een aanzienlijk deel historische belastingen betreffen. Het nu aanpassen van de normen zal niet leiden tot een verlaging van de normoverschrijdingen en hiermee tot de beoogde verbetering van de waterkwaliteit op korte en middellange termijn. Het leidt alleen tot een verschraling van de bollenteeltgronden en hiermee tot een verlaging van kwaliteit van deze bodems. Dit staat haaks op de bodemvisies van het Ministerie van LNV.
Meer beleidsmatig en toekomstgericht sluiten de aanpassingen in de fosfaatbemestingsnormen niet aan bij de visies met betrekking tot bodem en mest van het Ministerie van LNV. Het ministerie wil het toekomstige beleid meer invullen vanuit het handelingsperspectief van de bloembollenteler, in relatie tot zijn directe omgeving, om zo onder andere bij te dragen aan een verbetering van de kwaliteit van de bodem.