Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..

Reactie

Naam - (mr D.W. van Krevelen)
Plaats Bloemendaal
Datum 21 augustus 2015

Vraag1

Wat vindt u van dit voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten? U wordt verzocht aan te geven op welke onderdelen van het wetsvoorstel of de memorie van toelichting uw reactie betrekking heeft.
Als uitgever en auteur, maar feitelijk in de eerste plaats als Burger, ben ik bijzonder verontrust over de mogelijke effecten op het Nederlandse rechtstelsel van het voorstel voor een nieuwe wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. In plaats van dat getracht is om de wetgeving op de veiligheidsdiensten werkelijk in te passen in het rechtssysteem, zodat de justitiële aspecten van de veiligheidsdiensten strikt gescheiden zouden worden van de uitvoerende macht, en zouden worden geïntegreerd in het vigerende stelsel van de rechterlijke macht, wordt het accent in tegendeel geheel verschoven naar exclusieve bevoegdheden van de uitvoerende macht en zijn ambtenaren.
De bevoegdheden van de uitvoerende macht ten aanzien van 'het binnendringen in geautomatiseerde werken' en dergelijke bevoegdheden (art. 30 e.v.) zijn buiten-proportioneel; dergelijke bevoegdheden doen denken aan de maatregelen die in niet-democratische en dictatoriale staten gebruikelijk zijn, maar die in een democratische samenleving als Nederland als onaanvaardbaar moeten worden gekenschetst,
De wijze waarop binnen het wetsvoorstel het toezicht en de klachtenbehandeling worden ingericht, biedt geen enkele garantie dat de veiligheidsdiensten hun bevoegdheden niet zullen kunnen misbruiken, bij voorbeeld indien de op dat moment gekozen regering daartoe de ruimte zou bieden. Aan alle kanten is de mogelijkheid van een eerlijke rechtspleging beperkt of zelfs totaal uitgesloten, bij voorbeeld indien het gaat om een zaak van 'algemeen regeringsbeleid' (art. 109)
De categorische niet-openbaarheid van alle zaken die een rol spelen bij de uitvoering van de wet (art 126) is onnodig en ook onaanvaardbaar. De niet-openbaarheid van uitvoeringshandelingen is slechts nodig en wenselijk bij specifieke aangelegenheden van bij voorbeeld nationale veiligheid.
Dit wetsontwerp getuigt van een beschamende minachting voor de principes van onze democratische rechtstaat. Ik doe dan ook een dringend verzoek aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden om dit wetsvoorstel niet in te dienen bij de volksvertegenwoordiging.