Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..

Reactie

Naam Drs F.L.P. Giele
Plaats Almere
Datum 2 juli 2015

Vraag1

Wat vindt u van dit voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten? U wordt verzocht aan te geven op welke onderdelen van het wetsvoorstel of de memorie van toelichting uw reactie betrekking heeft.
In deze moderne tijd is het onverenigbaar dat de bescherming van fysiek briefverkeer (artikel29) en digitaal briefverkeer (artikel 30) niet onder dezelfde bescherming vallen, namelijk toestemming van de rechtbank alvorens tot het vergaren van informatie mag worden overgegaan.

In tijden waarin de scheiding tussen fysiek en digitaal nagenoeg verdwijnen (fysiek en digitaal berichtenverkeer, maar ook handelstransacties, financieen en zelfs digitale goederen) kan het niet zo zijn dat, omdat laatstgenoemde een nieuwe vorm is, deze niet valt onder de bescherming van onze grondwet artikel 10, te weten, het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Voor digitale communicatie dient, net als dit voor briefverkeer geld, een bescherming van de privacy. Slechts na toestemming door het gerechtshof mag over worden gegaan tot het verzamelen van gegevens. Het kan niet zo zijn dat zonder toetsing van een tweede macht een cruciaal grondrecht teniet wordt gedaan.
Deze wet is gericht op het beschermen van de democratische rechtsorde, het zou uiterst kwalijk zijn als deze wet zelf een aantasting van de democratische rechtsorde zou veroorzaken.