Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..

Reactie

Naam FPR Overkamp
Plaats Enschede
Datum 16 augustus 2015

Vraag1

Wat vindt u van dit voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten? U wordt verzocht aan te geven op welke onderdelen van het wetsvoorstel of de memorie van toelichting uw reactie betrekking heeft.
Het sleepnet

Sinds een aantal jaren is het zo dat veiligheidsdiensten steeds meer bevoegdheden naar zich toe trekken onder het mom van de strijd tegen het terrorisme. Natuurlijk is het belangrijk dat terrorisme op gepaste wijze bestreden kan worden. In dit wetsvoorstel worden echter bijzonder vergaande bevoegdheden gegeven waarmee de privacy van onschuldige burgers wordt geschonden, terwijl er al behoorlijk wat bevoegdheden zijn. Meer inbreuken zijn in principe alleen wenselijk als blijkt dat de huidige faciliteiten niet voldoende zijn, maar daarnaast is de vraag of het uberhaupt oplevert waar de minister naar zoekt. Het zo breed toestaan van informatievergaren levert ook een enorme hoeveelheid data op. Die data moet ook geanalyseerd worden, waarbij enerzijds een reeele kans is dat belangrijke informatie wordt gemist (de speld in de hooiberg) en anderszijds dat het een opmaat is voor het steeds verder gaand analyseren van big data waardoor de informatie voor andere doelen wordt benut dan de minister hier beoogt.

Toezicht

Het toezicht op de uitvoering van het wetsvoorstel is, na voorgaande, dan ook van cruciaal belang. Dat lijkt ook een minimale vereiste in het licht van recente procedures die aan hebben gegeven dat de overheid wel degelijk op diverse fronten de privacy van haar burgers schendt (denk hierbij aan de dataretentierichtlijn). De huidige controls zijn dus verre van afdoende. Ook in het liggende voorstel is dat niet voldoende geregeld. Toetsing ligt bij een toezichthouder die uitsluitend rapporteert aan een commissie van politici. Een situatie waar de slager zijn eigen vlees keurt is voor iets met deze omvang niet wenselijk: voor een adequate scheiding van machten is het wenselijk dat een rechterlijke macht hierin betrokken wordt.

Uitwisseling met buitenlandse diensten

Deze informatieuitwisseling van grote datasets is misschien nog wel het grootste gevaar. Voor onze eigen nederlandse overheid kunnen we gebruik maken van ons stemrecht, en dat geeft enig houvast. Voor internationale machten geldt dat echter niet. Het is dus des te belangrijker dat alleen specifiek in het kader van onderzoek uitgevraagde informatie wordt uitgewisseld, in tegenstelling tot algehele toegang. Dat laatste lijkt eigenlijk alleen zinvol als het gebruikt wordt als ruilmiddel met buitenlandse organisaties - en dat kan niet de bedoeling zijn.