Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..
Reactie
|
Naam
|
Mevrouw M.P.M. Slabbers
|
|
Plaats
|
Roermond
|
|
Datum
|
23 augustus 2015
|
Vraag1
Wat vindt u van dit voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten? U wordt verzocht aan te geven op welke onderdelen van het wetsvoorstel of de memorie van toelichting uw reactie betrekking heeft.
Mijn bezwaar richt zich in beginsel op het gehele wetsvoorstel, maar m.n. op:
Hfdst. 3 vanaf art. 27 tot einde hoofdstuk. Dit komt neer op schending van de privacy en mensenrechten.
Hfdst. 5 waarin omschreven dat inzage in aard en omvang van de door de veiligheidsdiensten opgeslagen gegevens door onafhankelijke partijen en op toetsbare criteria, niet mogelijk is.
Hfdst. 6 waarin samenwerking met andere veiligheidsdiensten wordt geregeld en waarbij onbeperkt persoonlijke gegevens kunnen worden uitgewisseld, zonder dat daartegen bezwaar kan worden ingesteld.
Hfdst. 7, waarin t.b.v. een commissie van toezicht, taken en bevoegdheden worden opgesteld die niet vallen onder de wet op de openbaarheid.
Kortom: dit (ontwerp)wetsvoorstel is in strijd met de Grondwet, het Europees Verdrag voor de Rechten van de mens, Het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten én jurisprudentie van het Europese Hof voor de rechten van de mens. Het staat bovendien haaks op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN.
Mevrouw M.P.M. Slabbers, Roermond
