Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..

Reactie

Naam M. Lentink
Plaats Stroe
Datum 23 augustus 2015

Vraag1

Wat vindt u van dit voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten? U wordt verzocht aan te geven op welke onderdelen van het wetsvoorstel of de memorie van toelichting uw reactie betrekking heeft.
Het sleepnet
------------

Het feit dat de inlichtingendiensten van mening zijn dat zij over de mogelijkheid dienen te beschikken om op grote schaal communicatie te onderscheppen teneinde in staat te zijn "informatie op het juiste moment in het digitale domein te verwerven, te analyseren en daarover tijdig te rapporteren" is naar mijn overtuiging niet onderbouwd, en in het staatsbelang ondergeschikt aan de mogelijkheid van burgers zich vrij te bewegen en te uiten, via welk medium dan ook.
Het voorliggend ontwerp is fundamenteel in strijd met de grondrechten en het strafrecht, omdat de willekeurige burger tot onderwerp van onderzoek wordt gemaakt, zonder dat daar in het individuele geval een onderbouwde verdenking aan ten grond ligt.


Toezicht
--------

De keuze, de beslissing over de terechte inzet van de elektronische surveillance over te laten aan de politiek, doet Nederland zich in niets onderscheiden van een willekeurige politiestaat. In een rechtsstaat dient een dergelijke beslissing voorbehouden te zijn aan de onafhankelijke rechter, en niet aan politici die zich zouden kunnen laten leiden door fractie- en of coalitiebelangen.


Uitwisseling met buitenlandse diensten
--------------------------------------

Ik vind het belangrijk dat er zorgvuldig wordt omgegaan met de uitwisseling van gegevens met buitenlandse diensten. Natuurlijk moeten er gegevens worden uitgewisseld als dat noodzakelijk is, maar dat moet gericht gebeuren. Nederland zou geen gegevens van of over Nederlandse burgers in bulk moeten uitwisselen met andere landen.