Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..

Reactie

Naam N.L. Rood
Plaats Eemnes
Datum 24 juli 2015

Vraag1

Wat vindt u van dit voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten? U wordt verzocht aan te geven op welke onderdelen van het wetsvoorstel of de memorie van toelichting uw reactie betrekking heeft.
Ik ben wethouder en heb een eed afgelegd de wetten in dit land trouw te dienen. Maar dan hebben we wel wetten nodig die elementaire grondrechten respecteren. Massale surveillance van de communicatie van onschuldige burgers, zonder verdenking, rechterlijke toetsing vooraf, noch toezicht, gaat in tegen een aantal basisregels in een rechtsstaat:
- Recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer
- Iedereen is onschuldig tot het tegendeel bewezen is
- Scheiding van de machten (niet de uitvoerende macht zelf, maar de rechter oordeelt over verdenking die inbreuken op de persoonlijke levenssfeer rechtvaardigen.
De wet verplicht organisaties die privacy van hun gebruikers wensen te respecteren, mee te werken aan ontsleutelen, ook als er geen verdenking is. Dat brengt bedrijven met internationaal geldende gebruiksvoorwaarden in een lastig parket.
Het voorstel schiet bovendien zijn doel voorbij, omdat er geen indicaties zijn dat massale surveillance leidt tot effectieve opsporing. Tappen is reeds nu op grote schaal mogelijk en wordt ook toegepast. Bedrijven werken in het kader van opsporing gebaseerd op een verdenking, uiteraard mee. Wat is er tegen om een rechterlijke toetsing te handhaven alvorens er informatie wordt verzameld?
De burgers verdienen bescherming tegen de overheid, die nu eenmaal bevoegdheden heeft die mensen onderling niet hebben. Het basisrecht op privacy is een van die beschermingsmechanismen. Juist omdat mensen in meerderheid vinden dat ze niets te verbergen hebben, heeft de overheid niets te zoeken in hun communicatie. Want het schaden van de belangen van mensen die weliswaar niets te verbergen hebben, maar toch liever van persoon tot persoon communiceren dan van persoon tot persoon plus een heleboel anderen, weegt niet op tegen de schade van de bestreden activiteiten. Zeker als daarbij de effectiviteit van massale surveillance bij betrokken wordt.