Wijziging Woningwet in verband met definitie bouwwerk

Reactie

Naam ing E den Heijer
Plaats Rotterdam
Datum 10 juni 2015

Vraag1

Wat is uw zienswijze ten aanzien van dit voorstel met betrekking tot het overgangsrecht en het vastleggen van de definitie van bouwwerk?
Geachte heer/mevrouw,

Graag geef ik mijn zienswijze op de concept documenten die per 12-5-2015 zijn gepubliceerd aangaande de voorgenomen wijzigingen in de woningwet tav de definitie van 'bouwwerk'.

Zienswijze
Door de voorgenomen wijziging wordt geen juiste uitvoering gegeven aan het advies van de RvS. Het advies betreft immers de casus van een stationair, niet varend woonhuis op het water, primair bedoeld om te wonen op een bepaalde locatie. Door de huidige voorgestelde definitie worden echter ook varende schepen, waarop tevens wordt gewoond, hieronder geschaard. Dit leidt tot conflicterende situaties met bestaande regelgeving waaraan deze schepen eveneens moeten voldoen, zoals de binnenvaartwet.
Binnen de binnenvaartwet dienen bedoelde schepen gekeurd te worden op veiligheid- en gezondheidsaspecten met betrekking tot de vaart én verblijf aan boord, die na goedkeuring leiden tot afgifte van een Certificaat van Onderzoek (CvO). Het ligt in praktische en feitelijke gronden voor de hand aan te sluiten bij deze binnenvaartwet voor die onderdelen die in de woningwet of onderliggende regelingen (bouwbesluit) opgenomen eisen ten aanzien van veiligheid en gezondheidsaspecten.
Bijkomend probleem bij de door u voorgestelde teksten is dat deze niets regelt voor die omstandigheden waarin het schip geen stationaire woning is, maar vaart. Tijdens de vaart zijn de omstandigheden ten aanzien van een veilig en gezond verblijf aan boord anders dan stilliggend. Hierdoor kunnen strijdende omstandigheden ontstaan.
De aantrekkelijkheid van een varend woonschip is dat deze niet jaarrond plaatsgebonden is. Uw voorgenomen wijziging leidt echter bij verplaatsingen tussen havens tot hernieuwde vergunningsaanvragen (omgevingsvergunningen en WRO) bij het bevoegd gezag. Naast de onbekendheid van de vergunningverlener met 'varende schepen' die zal leiden tot problemen bij de beoordeling, leidt dit ook tot een toenemende administratieve last, zonder dat er feitelijk een ruimtelijke of technische wijziging optreedt van het betreffende object.
Een aanwijzing voor specifieke eisen tav de woonfunctie voor -niet stationaire woningen- zoals schepen, auto,s, campers etc levert een meer bruikbare oplossing. Deze aanwijzing kan vervolgens aangehaald worden in diverse meer aansluitende regelgeving zoals de binnenvaartwet.


Bijlage