wijziging regulering zegenvisserij IJsselmeer
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
URK
|
Datum
|
15 mei 2021
|
Vraag1
Wat vindt u van het voorstel om de minister de mogelijkheid te geven om de zegenvisserij op het IJsselmeer bij vergunning verder te beperken?
Dat vind ik echt onbehoorlijk bestuur en schokkend.
Even kort de geschiedenis. 2014 is de zegenvisserij beperkt tot zeven dagen. Voor dat jaar kon er gedurende viereneenhalve maand per jaar
met de zegen gevist worden. Dat is een inkrimping van meer dan 90 procent.
Nu wordt er een inkrimping van nog eens vijf dagen.
Mijn kritiek wat betreft onbehoorlijk bestuur richt zich vooral op het feit dat het vertrouwen van de burger in de overheid zoek is door deze
werkwijze.
Ik heb verschillende deskundigen naar dit dossier laten kijken en die gaven mij te kennen dat het IJsselmeerdossier overeenkomsten heeft
met de toeslagen affaire waarover het kabinet gevallen is.
Ik heb zelf de verhoren van de commissie Van Dam gevolgd en de nodige debatten in de Tweede Kamer hierna. Daarin werd ook aangegeven
dat op verschillende ministeries de bestuurscultuur niet goed is.
Het is niet mijn bedoeling om mensen persoonlijk te kwetsen maar door deze handelwijze raakt ons vertrouwen in de overheid volledig weg.
Ik zal een voorbeeld geven waarin dat duidelijk wordt.
Voordat de inkrimping in 2014 begon, was er een Algemeen Overleg (AO) met toenmalig staatssecretaris Dijksma.
Er werd wel twee of drie keer de suggestie gewekt dat de toenmalige inkrimping van de zegenvisserij voor 1 jaar was.
De volgende woorden werden gebruikt: een jaar tijd kopen, overbruggingsjaar.
Dit is een bewuste keuze om de burger op het verkeerde been te zetten.
Ik wil echt oproepen: doe eerst goed onderzoek, volg de aangenomen motie Bisschop in de Tweede Kamer en voer nu geen
verdere veranderingen in het beleid in.
Dit zou desastreus zijn voor de overgebleven zegenvissers.
Mvg,
P. Visscher - UK 122/322/422